Drie redenen waarom je Deepseek niet moet gebruiken

Ook vanuit China komt een AI product, DeepSeek heet het ding. Met DeepSeek R1 als chatbot. Dat is natuurlijk een afgrijselijke naam, maar dat is dan weer een cultuur dingetje. DeepSeek krijgt heel veel aandacht. Want AI en want China. Maar ook omdat DeepSeek veel lagere ontwikkelkosten zou hebben dan bijvoorbeeld OpenAI (van ChatGPT). Het is nog maar de vraag of dat wel echt het geval is. Vooralsnog is het vrij aannemelijk dat de Chinese overheid een helpend handje heeft toegestoken. Maar goed.

DeepSeek is de nieuwe hype en wordt dan ook vele gebruikt en, als app, gedownload. Misschien ook wel door jou en dat zou je beter niet kunnen doen. Woon je niet in één van de landen die DeepSeek inmiddels verboden hebben, dan hier even snel drie belangrijke redenen waarom je DeepSeek van je telefoon en bookmark lijst zou moeten verwijderen.

1. Privacy & data risico’s

De Chinese overheid streeft een andere maatschappelijke orde na, dan wat wij hier in Europa gewend zijn. Dat mag natuurlijk. Maar dat heeft wel bepaalde consequenties waar wij hier niet helemaal gelukkig van worden. Voorbeeldje: als je de Temu app installeert, ga je eigenlijk zonder nadenken akkoord met de voorwaarden. (Want als er iets mis mee zou zijn, dan was het wel verboden, denk je dan). Naast dat ze je camera en microfoon mogen gebruiken, je contacten en foto’s bekijken, ga je er dan onder andere mee akkoord dat Temu je telefoon (’s nacht) kan activeren, je berichten lezen en daar screenshots van maken. “Dat doen we niet hoor.” zegt Temu dan, maar ze hebben wel je toestemming om het te doen. En waarom hebben ze die nodig als ze het niet gebruiken? Als Temu ooit geen zin meer heeft om spulletjes te verkopen hebben ze alle informatie die ze nodig hebben om alles van je af te pakken, van je geld, tot je huis tot je identiteit. Dat zouden ze dan zelfs op grote schaal kunnen doen, met een beetje hulp van AI. Zoals die van DeepSeek bijvoorbeeld.

DeepSeek benadrukt dat hun model volledig open-source is, en gratis te downloaden op je eigen apparaat, waarmee in theorie je gegevens niet met hen gedeeld worden. Echter, er verschijnen steeds meer berichten dat gebruikersdata via DeepSeek wel naar China worden doorgesluisd.

WIRED Newsletter, January 30, 2525

2. Censuur

Er bestaan geen neutrale AI chatbots. Ze hebben allemaal wel een voorkeur in een specifieke richting.  Meestal is die voorkeur vrij subtiel, maar die voorkeur is er.  De DeepSeek chatbot is duidelijk gecensureerd op onderwerpen waarover de Chinese overheid liever niet open is, zoals Taiwan, de gebeurtenissen op het Tiananmen plein in 1989, of de protesten in Hong Kong. Dit is natuurlijk nogal grove en zichtbare censuur. Over onderwerpen waar je die chatbot helemaal niet voor nodig hebt. Maar als die censuur al zo overduidelijk wordt toegepast is het zeer aannemelijk dat de DeepSeek bot ook op andere manieren een voor de Chinese overheid te prettig plaatje schetst.

3. Goedkoper. Niet beter.

Het schijnt dat DeepSeek het op het gebied van rekenen beter doet dan OpenAI en dat
OpenAI het beter doet waar het gaat om creatieve taken aan nieuws.
DeepSeek is vooral véél goedkoper dan OpenAI voor gebruikers. DeepSeek vraagt ongeveer 0,14 dollar voor eenzelfde hoeveelheid tekst (zo’n 750.000 woorden) als waar OpenAI 7,50 dollar voor vraagt. Zakelijk gebruikers met een OpenAI abonnement van 20 dollar per maand zouden met een gratis DeepSeek abonnement toe kunnen. Qua hoeveelheid tekst dus, maar met minder goede ‘creativiteit’.

Nou zie ik op LinkedIn nog wel eens handige zelfverklaarde keynote speakers en business gurus voorbij komen die de zegeningen van Temu bezingen en die ontvangen veel enthousiaste reacties van allerlei winkeliers. Er zullen dus vast heel wat mensen zijn die zaken als mensenrechten en kwaliteit voor lief nemen als ze een paar tientjes extra kunnen meepikken. Maar ik zou het zelf niet over mijn hart kunnen verkrijgen.

Het begrip ‘beter’ omvat natuurlijk meer dan alleen de kwaliteit van de output die je van een AI model krijgt. Veiligheid van gebruik hoort daar ook bij. Kun je als gebruiker ook onwenselijke of zelfs gevaarlijke output krijgen? Een manier om dat te voorkomen wordt ‘guardrails’ genoemd, door mensen ingestelde regels die een AI chatbot bijvoorbeeld verbieden om de gebruiker informatie te geven over hoe je ene bom zou moeten maken. Onderzoekers hebben recent 50 bekende tests gedaan met DeepSeek om te kijken hoe het met de veiligheid is gesteld. DeepSeek doorstond er niet één.

4. Ook geen OpenAI

De vergelijking tussen OpenAI en DeepSeek krijgt natuurlijk vooral zoveel aandacht omdat ChatGPT AI bekend heeft gemaakt bij het grote publiek. Maar er zijn meer smaken. En tussen al die smaken zou ik ook niet voor OpenAI kiezen. De afgelopen weken hebben we duidelijk kunnen zien dat Europese belangen en idealen niet per se in goede handen zijn bij Amerikaanse Tech bedrijven. En laat er nou een prachtig Europees alternatief bestaan voor OpenAI; het Franse Mistral.

Mistral 7B is net zo Open-Source en gratis als DeepSeek R1. Maar waar DeepSeek na een explosieve sprint naar de top nu toch vooral een bij elkaar gestolen zooitje, onveilig datalek lijkt, is Mistral AI bezig met een gestage, onopvallende klim naar de top. En is het een inmiddels uitstekend alternatief voor gebruikers die veiligheid en dataprivacy te belangrijk vinden om aan de grillen van het Amerikaanse politieke klimaat over te laten.

Een gratis AI toepassing bestaat niet

Afbeelding door Adobe Firefly

Je hoort mensen het nog wel eens zeggen, maar het bestaat niet: de gratis versie van een AI model. Er is geen gratis ChatGPT, geen gratis Gemini, Llama, Midjourney of Canva. Voor al deze modellen betalen we minimaal twee keer.

Er is namelijk geen enkel AI model dat niet eerste gigantische hoeveelheden data heeft moeten verwerken voor het ook maar iets kon. En deze data, dat is de content die wij met zijn allen in afgelopen halve eeuw online hebben geplaatst. Zonder dat we dat wisten, in veel gevallen zonder dat we daar toestemming voor hebben gegeven en zeker zonder dat we er iets voor hebben gekregen.

De tweede manier waarop wij betalen heeft nog niet plaats gevonden. Vergelijk het er maar mee dat wij allemaal op dit moment met de AI ontwikkelaars in een restaurant zitten te eten. Maar zodra de ober met de rekening komt zijn onze AI vrienden er vandoor. Wij blijven met de rekening achter in het restaurant. Maar dat restaurant is eigenlijk onze planeet. Waarop wij leven. Al die AI kost bakken met energie en grondstoffen, maar zodra er betaald moet worden om dat op te gaan lossen wordt die rekening bij ons ‘de wereldbevolking’ neergelegd.

Tech-oligarchen

Ook al zouden we dat willen, de AI revolutie is niet te stoppen. Maar waarom zouden we dat ook willen? AI is niet het probleem. AI is een prachtige technologie waar we allemaal ontzettend veel voordeel van kunnen gaan hebben. De mannetjes (het zijn bijna enkel mannetjes) die toevallig op posities zitten om als één van de zeer weinigen écht te profiteren van AI, die zijn het probleem. Ondanks dat ze geen gelegenheid voorbij laten gaan om te vertellen dat ze zich inzetten voor mens, maatschappij en wetenschap gaat het hen toch echt enkel om de eigen portemonnee. En deze Tech-oligarchen hebben ons nog wijsgemaakt dat dat iets acceptabels is ook.

Maar zonder collectief is er dus geen AI. Dan is het ook niet zo gek om te stellen dat de opbrengsten van AI ook ten goede zouden moeten komen aan het collectief. Je zou dat kunnen bereiken door alle AI bedrijven te nationaliseren. Maar dat is wel een vrij ongezellige en weinig motiverende aanpak. Er zijn nog maar weinig mensen over die warmlopen voor communisme.

AI belasting

Gelukkig hebben overheden een ander mechanisme om een overschot aan financieel vermogen bij een minderheid te herverdelen. Belastingen noemen we dat. Een AI belasting is helemaal niet zo’n slecht idee. Die belasting kun je heffen aan de inkomsten en aan de uitgaven kant. Aan de uitgaven kant zou dat een variant op BTW kunnen zijn; als je gebruik wil maken van AI moet je een opslag betalen die wordt overgemaakt aan de Staat (oftewel: dit geld komt ten goede van ons allen). Aan de inkomsten kant kun je dan denken aan bijvoorbeeld winst- of omzetbelasting voor AI ontwikkelaars.

Ik schat in dat ruim 99% van de opbrengsten van AI naar ons allen kan, om het alsnog meer dan interessant te houden voor ondernemende types om te blijven innoveren. De investeringen komen namelijk niet stil te liggen. Want uit de opbrengsten kunnen overheden dat zelf doen. Maar dan wél met het belang van de samenleving voorop in plaats van als bijzaak. Bedragen in de orde van grootte van 500 miljard dollar zoals in het Amerikaanse initiatief Stargate wordt gestoken lijkt me best haalbaar. En dan hou je vast en zeker nog een flinke pot geld over om te steken in een universeel basisinkomen. Wat dan weer prettig is voor mensen die bijvoorbeeld hun baan kwijtraken aan AI; zij kunnen vervolgens iets anders, zinvols, gaan doen.

Of ze kunnen, als ze dat willen, niks gaan zitten doen. Want ‘niks doen’ voor een universeel basisinkomen is voor de mensheid nog altijd positiever dan een miljard bij elkaar schrapen door de mensheid te belazeren.

AI? Je kan je beter zorgen maken om die steenrijke, enge witte mannetjes

Image created by Adobe Firefly

We hebben geen kunstmatige intelligentie nodig om onszelf te grond te richten. Onze eigen matige intelligentie volstaat prima.

Veel mensen hebben een nogal onrealistisch beeld bij kunstmatige intelligentie (AI) en dan gaat het niet per se om mensen die weinig van AI weten. Net zo goed programmeurs die er met hun neus boven op zitten, of hoogleraren die zich er dagelijks druk mee houden. Het idee is dat via AGI (artificial general intelligence), waarbij AI systemen zichzelf dingen kunnen leren en machines intelligenter worden dan mensen, de machine zelfbewustzijn ontwikkelt. Wanneer het eenmaal zo ver is, zal het niet lang meer duren voor de AGI besluit dat de mens onwenselijk, of op z’n minst overbodig is. En deze AGI is dan zo geavanceerd dat geen mens het dan nog kan stoppen om ons allemaal uit te roeien.

Een extreem doorontwikkelde rekenmachine

We hebben het niet eens over de verre toekomst. Sam Altman, de baas van OpenAI (de makers van ChatGPT), voorspelt dat dit jaar het jaar van AGI zal zijn. Als dat niet eng is weet ik het ook niet meer. Wat er ondertussen vooral aan de hand is, is dat de hoeveelheid data, de hoeveelheid kansberekeningen en de hoeveelheid rekenkracht die AI tegen een opdracht aangooit van zo’n duizelingwekkende omvang is, dat wij ons daar geen voorstelling bij kunnen maken. Er wordt zo onvoorstelbaar veel, zo onvoorstelbaar snel berekend, dat het voor ons eenvoudiger is om te geloven dat er sprake is van een bewustzijn dan van een extreem vergevorderde rekenmachine. Via films en (ooit) boeken worden we ook al zo’n honderd jaar vertrouwd gemaakt met het idee van zelfbewuste robots. Een AI met bewustzijn kunnen we ons wel voorstellen, dat andere niet. Maar dat maakt het nog niet waar.

AI modellen worden alleen maar ‘slimmer’ door er nóg meer data, nóg meer regels, nóg meer rekenkracht aan toe te voegen. En dat gebeurt nu dus ook op grote schaal. En dát brengt wel gevaren met zich mee. Dan heb ik het niet over de milieu-impact van al die energie die AI opvreet. Ik heb het over die gigantische rekenkracht in handen van een klein clubje steenrijke, enge witte mannetjes.

Gelijk hebben is geen bias

Onlangs was de baas van Meta (oa Facebook, Instagram, WhatsApp, Meta Quest), Mark Zuckerberg, in het nieuws omdat hij aankondigde dat de Meta social media platforms, net als Musks Twitter, gaan stoppen met moderatie door feitencheckers. Met een slap verhaal waarin vooral weer eens zijn sociale tekortkomingen duidelijk werden, deed hij een poging om het idee te verkopen dat het hem ging om verheven idealen. Het vrije woord moet zegevieren boven de door hem gesuggereerde linkse bias van de feitencheckers. Nu is het logisch dat vanuit het (extreem)rechtse, populistische perspectief feitencheckers een linkse bias lijken te hebben. De stroming van types als Trump en Wilders moet het hebben van leugens, wantrouwen en verdeeldheid en die doorstaan de test van een oordeelvrije feitencheck nu eenmaal veel vaker niet. Wat Zuckerberg weg wil zetten als ‘bias’, betekent eigenlijk dat de linkse progressieve stroming het veel vaker bij het juiste eind heeft. Omwille van de winst, kiest Meta er voor om feiten te benaderen als ‘ook maar een mening’.

Dat onafhankelijke feitencheckers vaker ‘rechtse’ dan ‘linkse’ berichten corrigeren is geen bias. Dat heet ‘het gelijk aan je zijde hebben’

De sympathieke bangalijst

Behalve met social media houdt Meta zich ook bezig met AI. En hun AI model heet Llama, wat een misleidend leuke naam is. Llama is een open source model omdat ze op die manier meer sympathie hopen te wekken dan de gesloten AI modellen als die OpenAI (ChatGPT).  Dat sympathie belangrijk is weten ze bij Meta maar al te goed, want met de, aanvankelijke, sympathie voor Facebook, Instagram en WhatsApp zijn ze uiteindelijk zo rijk geworden, Wat daarvoor niet mee helpt, is dat Meta willens en wetens auteursrechtelijk beschermde content gebruikt om Llama te trainen. Dat ze ongevraagd gebruikersdata gebruiken om hun model te maken is onsympathiek, maar nog wel legaal. Ergens in de duizend pagina’s gebruiksvoorwaarden stond je toestemming verstopt.

Zuckerberg image from Bloomberg Law Instagram feed.
Hoe erg is het met je gesteld als je advocaat je niet langer wil verdedigen?

Desondanks heeft Meta, met toestemming van Zuckerberg, dus ook gekozen voor platte diefstal. Belangrijk om te benadrukken is dat Meta is ontstaan uit Facebook en dat Facebook is begonnen als een online bangalijst voor Harvard studenten. Uit de misogyne wortels werd Facebook een belachelijk succes, maar daarna heeft Meta nooit meer zelf een goed idee gehad. Alle andere successen zijn, met geld van anderen (investeerders) bij elkaar gekocht. Ook Bezos en Musk hebben hun fortuin niet te danken aan hun eigen geniale ideeën, maar vooral aan hun vermogen om geld te verdienen aan de ideeën van anderen. En zonder al te veel scrupules omtrent de belangen van klanten en gebruikers. Wat deze drie Techketiers tenslotte ook gemeen lijken te hebben, is het gemak waarmee ze zich overgeven aan de grillen van de pestkop. Alsof ze een herbeleving van de schoolpleinen uit hun jeugd doormaken. Kortom; geen mensen aan wie je je welzijn wilt toevertrouwen.

Geld is rekenkracht is macht

Ooit was het zo, dat als je met duizenden mensen deelnam aan een demonstratie, je privacy op een natuurlijke wijze werd beschermd door de enorme hoeveelheid mensen om je heen. Al die gezichten leverden zoveel data op, dat er nauwelijks informatie meer uit te halen viel. Maar door de enorme investeringen in data en rekenkracht, is dat argument al zo goed als vervallen. Een bedrijf als Clearview kan op basis van een aangeleverde foto je hele profiel samenstellen; leeftijd, woonplaats, inkomen, politieke en seksuele voorkeur, of je ooit vreemd bent geweest en met wie, waar je op vakantie ging, op welk feest je dronken bent geworden. Maar dit gaat vooralsnog op basis van aangeleverde foto’s. Of namen. De enige reden waarom dit, voor zover we weten dan, nog niet gebeurt met alle gezichten in een video van een paar duizend pro-Palestina demonstranten? Rekenkracht. Groot gelijk dus dat je een masker opzet als je gaat presenteren, je weet niet wie er anders met je identiteit aan de haal gaan.

Ook als je volstrekt oninteressant bent kan er een onwenselijk geframed profiel van je gemaakt worden, als er maar genoeg rekenkracht is.

Wie heeft er eigenlijk nooit een profiel aangemaakt bij één van Meta’s bedrijven? Facebook, Instagram of WhatsApp? En terwijl Meta via die profielen zonder dat je dat wist meekeek op je smartphone en laptop heb je extreme YouTube video’s gekeken, Second Life accounts aangemaakt, porno sites bezocht, mensen uitgescholden op internetfora, tips gegoogled hoe je belasting kon ontduiken, gezocht naar een abortus kliniek, bij een webshop een regenboogvlag besteld en allerlei andere dingen gedaan die misschien niet strafbaar zijn, maar de buren hoeven het niet per se te weten. Al die meta-data over wat je online deed (en wanneer je een WhatsApp bericht stuurde naar wie en hoe vaak) is opgeslagen bij, hoe toepasselijk, Meta. En daar maakte je je nooit zorgen om. Want je dacht: “daar ligt zoveel data en ik ben zo oninteressant, ze gaan mij er echt niet mee pakken”. Maar dat argument is binnenkort dus verdwenen. Want ook van alle oninteressante mensen kunnen straks profielen worden gemaakt, het was altijd slechts een kwestie van ‘voldoende rekenkracht’.

Ach, dat doen ze toch niet

Zo’n profiel van jou is niet alleen vervelend als criminelen er mee aan haal gaan. Profielen in de handen van de overheden kunnen ook vrij ongunstig uitpakken, denk bijvoorbeeld: toeslagen affaire. En dat is dan nog ‘onze eigen’ overheid. Al die data ligt bij Amerikaanse bedrijven. Waarover Amerikaanse wetten gelden. Het lijkt me terecht wanneer je je afvraagt of de Amerikanen onze vrienden nog wel zijn en willekeurige burgers van andere landen die niet op hun vriendenlijst stonden, zijn nog wel eens terecht gekomen in Guantanamo Bay.

Nu ligt een dergelijk gruwelijk scenario voorlopig nog niet echt in de lijn der verwachting. Maar met voldoende rekenkracht kan iedereen worden gevolgd, waar je bent, wanneer en hoe lang. Continu op zoek naar een moment waarop je iets doet dat als  ‘verdacht’ kan worden aangemerkt. En op iedereen die potentieel een beetje lastig kan worden kan straks zelfs zónder één druk op een knop karaktermoord worden gepleegd. Alle data, van iedereen, kan selectief worden gebundeld, geïnterpreteerd en gepresenteerd als een nieuwsfeit. En als het verhaal dan niet klopt? Daar komt niemand achter, want contentmoderatie is er niet meer en door de extreemrechtse populisten is het begrip ‘waarheid’ allang uitgehold waarna ze dat gat gevuld hebben met ongefundeerd algeheel wantrouwen. En voor hen die geen overheid vrezen is het nog steeds naïef om te denken dat de Amerikaanse Big Tech ook maar één mogelijkheid zouden laten liggen om extra geld aan je te verdienen. En er valt meer geld aan je te verdienen als je boos en verward bent. Chaos en verdeeldheid zijn lucratief.

Over een AI met zelfbewustzijn maak ik me in elk geval totaal geen zorgen. Steenrijke, enge witte mannetjes met veel te veel rekenkracht: daar kan ik wakker van liggen.

Deepfake porno. Taakje voor het onderwijs.

Natuurlijk, leerkrachten hebben het al hartstikke druk. En natuurlijk, bij iedere maatschappelijk issue wordt er meteen geroepen dat het in het onderwijs moet. En ja, er is al heel veel gedoe over seksuele vorming op school. Moet dit er dan echt bij? Ja, dat moet.

Met ‘dit’ bedoel ik ‘deepfake porno’. En het enige dat daar geen plekje van in het onderwijsprogramma moet krijgen, is hoe je het moet maken. Want dat is nu juist het probleem; dat weten heel veel jongeren al lang. En het worden er steeds meer.

Een paar weken geleden stonden alle nieuwsrubrieken vol met de laatste details over bangalijsten. Utrechtse studenten hadden een PowerPoint (wat op zich wel schattig is) gemaakt waarin vrouwelijke medestudenten werden besproken. Dat was heel heftig, terecht dat daar hard op werd ingegrepen. Maar stel je nou eens voor dat het niet gaat om jonge studentes, maar om middelbare scholieren. En stel je voor dat het geen PowerPoint is, maar een niet van echt te onderscheiden nep-video.

Overbodig als middel, gewild als doel

Het is niet zo dat er helemaal geen aandacht is voor mogelijke gevaren rondom deepfake beelden en video’s. Over het algemeen gaat het dan om vergezichten van hoe kwaadwillenden, in opdracht van buitenlandse staten, met dit soort materialen nep-nieuws kunnen produceren en verspreiden. Tegelijkertijd valt dan op, dat dit eigenlijk nog maar heel weinig gebeurt. Belangrijkste reden is dat het helemaal niet nodig is om deepfake materialen te produceren om op grote schaal desinformatie te verspreiden en aanhang te vinden voor vergezochte samenzweringstheorieën. Aan het einde van zo’n artikel of item ga je, wellicht lichtelijk gedesillusioneerd over je medemens, toch rustig je bed in.

Maar met porno ligt het anders. Waar het in het geval van misinformatie een -overbodig- middel is om deepfake beeldmateriaal te produceren, bij porno is dat het doel. En dat doel wordt steeds eenvoudiger bereikt. Met steeds minder goed van echt te onderscheiden eindresultaat. In 2022 maakte presentatrice Welmoed Sijtsma een documentaire over een deepfake porno film die van haar was gemaakt. Die documentaire kreeg veel aandacht, maar daarna werd het eigenlijk best stil. Terwijl de technologische ontwikkeling enorme vooruitgang boekte. Zonder dat er al te veel ruchtbaarheid aan werd gegeven is er inmiddels een enorme hoeveelheid aan deepfake porno te vinden. Op speciaal daarvoor gebouwde websites en in Telegram groepen. Maar ook door simpelweg een Google zoekopdracht te doen, of via social media als Reddit en Tumblr.

De strijd tegen deepfake porno is allang verloren

In veel gevallen gaat het dan al niet meer om bewerkelijke processen zoals in ‘die goede oude nepporno tijd’, toen de maker nog nachtenlang in een donker kamertje moest zitten zweten bij de video-editting software. Als je geen genoegen wilt nemen met de apps die je in je appstore kunt downloaden, is een simpele zoekopdracht voldoende om tientallen, zo niet honderden, AI tools te vinden waarmee je eenvoudig zelf je deepfake pornomateriaal kunt maken. Tools die bijvoorbeeld net ChatGPT en Microsoft’s CoPilot gebruik maken van de modellen van Open.ai, kwaliteit gegarandeerd voor een habbekrats. En als je toch iets specifieks wil en een beetje handiger bent, kun je ook op zoek naar open source code op GitHub.

In 2018 verzuchtte de Amerikaanse actrice Scarlett Johanson al dat de strijd tegen deepfake porno een verloren zaak was. En dat was dus nog vóór de AI revolutie. De slachtoffers waren celebrities van wie veel stilstaand en bewegend beeld te vinden was. Inmiddels kan het slachtoffer ieder willekeurig persoon zijn, het kost namelijk nauwelijks tijd of moeite om het te produceren. En al net zo weinig moeite om je knutselwerk anoniem met de wereld te delen.

De juridische weg lijkt heilloos

Het is dus een groot, groeiend probleem. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat je nu denkt dat er veel betere manier zijn om dit probleem aan te pakken dan via het onderwijs. Dit kan toch niet legaal zijn allemaal? Waarom sturen we de politie er niet op af?

Net zoals met alle AI ontwikkelingen, is ook deepfake porno er in zo’n tempo gekomen dat het voorlopig helemaal nog niet zo makkelijk is om er via juridische weg iets aan te doen. In het geval van Welmoed Sijtsma is de dader weliswaar opgepakt en veroordeeld, maar dat was helaas wel de uitzondering. De overheid stelde na onderzoek in 2022 dat niet zozeer wetgeving, maar vooral handhaving een probleem gaat zijn. En ook dat onderzoek vond plaats vóór de AI revolutie. Niet alleen zorgde deze revolutie er voor dat er veel méér materiaal wordt ontwikkelt, het zorgt er ook voor dat het mogelijk is dat middels AI volkomen random personages worden ontwikkeld voor een deepfake porno video. En bewijs dan maar eens dat jouw beeltenis in zo’n video is geplaatst en niet een fictief personage dat toevallig op je lijkt.

Guardrails leggen het af tegen creativiteit

Behalve de makers van de porno, zou je ook kunnen proberen om de makers van de technologie aan te pakken. Maar dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Tech multinationals hebben diepe zakken voor een juridische strijd en bevinden zich ook nog eens op verschillende continenten waardoor het nog eens moeilijker wordt om ze aan te pakken. En daarnaast kunnen ze zich natuurlijk verschuilen achter het standpunt dat zij enkel de technologie ontwikkelen en geen verantwoordelijkheid kunnen dragen voor wat gebruikers er vervolgens mee doen.

Het lijkt een heilzamer route om techbedrijven te vragen om vrijwillig veiligheidsmaatregelen in hun systemen in te bouwen (guardrails). Echter, áls ze al bereid zijn om dat te doen -wat erg twijfelachtig is, het blijft toch een mannenwereldje- is het vrijwel onmogelijk om deze guardrails voldoende effectief te maken. Dit soort beperkingen werken slechts zo lang niemand creatief genoeg is geweest om te ontdekken hoe die beperking te omzeilen.

Een misdrijf zonder slachtoffers

Mocht het dus al ooit lukken om te kunnen voorkomen dat er deepfake porno wordt gemaakt, dan zal dat zeker nog vele jaren duren. En in de tussentijd moeten we doen wat we kunnen om zoveel mogelijk slachtoffers te voorkomen. Het onderwijs is in die strijd een belangrijke route. Via die weg kunnen we jongeren, voordat zij dader worden, leren dat het voor hen wellicht onschuldig lijkt maar dat dat het voor de slachtoffers zeker niet is. Het kan voelen als een misdrijf zonder slachtoffer, het is immers geen echte video, maar de gevolgen voor de slachtoffers zijn vaak even ernstig.

Tegelijkertijd zullen we realistisch genoeg moeten zijn dat het produceren van deepfake porno waarschijnlijk nooit helemaal zal verdwijnen. De vraag zal blijven bestaan en er zullen mogelijkheden blijven bestaan om aan die vraag te voldoen. En dan is het dus ook belangrijk dat we met elkaar leren hoe we er het beste mee om kunnen gaan als er zich zo’n incident voordoet. Hoe reageren we op een dader, maar vooral: hoe zorgen we er samen voor dat de schade voor het slachtoffer minimaal mogelijk blijft. Door steunend en begripvol op te treden bijvoorbeeld.

Deepfakes bedreigen mensenrechten

Één van de meest contraproductieve manier om iets tegen deepfake porno te doen is het promoten van verregaande onderdrukking van vrouwen. In ultraconservatieve kringen worden vrouwen soms al ontmoedigd om überhaupt online vindbaar te zijn. Dat zou de enige manier zijn om te voorkomen dat je ooit in een deepfake porno terecht komt. Maar in een tijd waarin je er niet omheen kunt om wanneer je gehoord wenst te worden, dat óók online of minimaal via massamedia te doen; betekent dat per saldo dat deze vrouwen monddood worden gemaakt. En dan is het middel erger dan de kwaal.

En zo zijn door AI gegenereerde deepfakes dus tóch een bedreiging van de democratie en van universele mensenrechten. Niet rechtstreeks maar, niet voor het eerst, via een omweg. Langs het taboe rond seksualiteit.

Afbeelding gegenereerd met Adobe Firefly

De wereld redden? Hou rekening met ongemak.

  1. Verschillende Chinese online webwinkels verkopen spullen voor extreem lage bedragen. Soms zijn spullen zelfs gratis. Nou ja, gratis… De prijs wordt betaalt door het milieu, door het schenden van mensenrechten en de klant betaalt met zijn persoonlijke data. De baten gaan voor de kosten uit dus eigenlijk.
  1. Een historicus schrijft een boek waarin hij zich richt tot getalenteerde, ambitieuze jonge professionals. Middels alternatieve inspirerende voorbeelden wil hij deze groep bewegen om niet te kiezen voor het grote geld, maar zich in te zetten voor een betere wereld. Hij roept hen op iets hogers na te streven en niet zonder na te denken de generatie voor hen te volgen.
  1. Een inmiddels vrij grote minderheid in Nederland heeft geen witte, maar een donkerder huidskleur. Jaarlijks rondom 5 december worden zij onvrijwillig en herhaaldelijk geconfronteerd met een fictieve figuur met een donkere huidskleur. Deze figuur is een referentie aan het slavernij verleden en daarmee kwetsend voor veel mensen. Zij wensen dan ook dat deze fictieve figuur niet meer onderdeel is van de 5 december festiviteiten,

Net als roken

Wat deze dingen gemeen hebben is dat zij een situatie beschrijven die ongemak teweeg bent bij een groep mensen. Het zijn situaties die vergelijkbaar zijn met het opsteken van een sigaret; eigenlijk weet je best dat dat ongewenst gedrag is, maar je kiest er voor om dat te negeren.

Ook in de drie situaties hierboven vertonen mensen onwenselijk gedrag. Gratis spullen bestellen, wél voor een baan kiezen om het geld in plaats van om het maatschappelijk nut, wél die fictieve figuur donker schminken. En net als met roken, weten de meesten best dat het niet goed is, maar dat ‘weten’ zit in hun achterhoofd. Het is een stil, knagend ‘weten’. Erkennen dat dit knagende weten bestaat, betekent dat je moet erkennen dat je in het verleden fouten hebt gemaakt. Of die nog steeds maakt. En dat geeft een wel héél ongemakkelijk gevoel. In plaats van het ongemak te accepteren dat je een faalbaar mens bent kun je er ook voor kiezen om alles kapot te willen maken dat je op je eigen knagende weten wil wijzen.

Een belangrijk onderscheid: Rokers die de wetenschap ontkennen dat het slecht voor ze is, hebben daar vooral zichzelf mee. Bij deze groepen zijn het vooral anderen die leiden, omdat positieve bewegingen worden weg geschreeuwd onder lawines van nepnieuws en feitenvrije meningen.

Troep veroorzaakt ellende

In het geval van de Chinese webwinkel las ik een stukje van iemand die werkbezoeken, of snoepreisjes, voor ondernemers verzorgd naar China. De kern; deze bedrijven zijn niet slecht, maar hebben een slimmere productieketen. Gelet op de reacties onder het stukje kwam deze, niet correcte, analyse veel mensen heel goed uit. Immers, áls jij of je zoon/dochter, regelmatig troep van deze winkels laat aanslepen, dan geeft het ongemak als je wordt geconfronteerd met alle ellende die dit veroorzaakt.  En waar je dus eigenlijk mede verantwoordelijk voor bent.

Geld dempt geen leegte

In het geval van het boek lees ik met enige regelmaat commentaren van mensen van ‘mijn generatie’ die een financieel succesvolle carrière hebben opgebouwd. Maar in het betoog van het boek worden geconfronteerd met een leegte die zij niet met dat geld kunnen dempen. Ongemakkelijk dus. In plaats van het ongemak van de boodschap te accepteren, kiezen zij er vervolgens voor om alles rondom die boodschap ter discussie te stellen. Het idee is dat als je ergens iets kan vinden dat misschien niet helemaal 100% zuiver is en je daar heel veel nadruk op legt, je misschien ook de boodschap onschadelijk maakt. In reactie bekritiseren zij dan de schrijver of een specifieke keuze voor een historisch voorbeeld. Of zij nemen het zogenaamd op voor groepen mensen op wie het boek zich niet richt. Eigenlijk bekritiseren ze van alles om te ontkomen aan het ongemak dat het geeft dat zij wellicht meer hadden kunnen doen voor het maatschappelijk belang dan zij hebben gedaan.

Geen racist willen zijn veroorzaakt racistisch gedrag

In het geval van Sint & Piet (jawel, daar ging het om), gaf het groepen mensen zoveel ongemak om onder ogen te komen dat de ouderwetse Piet-figuur racistisch is, terwijl zij zelf niet (bewust) racist waren, dat zij liever volhardden in dat racistische gedrag dan verandering toelaten. De ironie is dus dat juist doordat zij zichzelf niet willen zien als racist, zij zich racistisch gingen opstellen. Ongemak is een heftig iets.

Iemand met ongemak is een potentiele medestander

Iedere vegetariër kan je vertellen over de hoeveelheid persoonlijke aanvallen die ze te verduren hebben van vleeseters met ongemak, “Geen vlees eten, maar wel leren schoenen dragen? Wat inconsequent van je.”
En iedereen kent wel iemand die als reactie op de vraag of die vlucht naar Parijs niet beter met de trein had gekund, als antwoord geeft “Ik heb geen kinderen, ik doe al genoeg voor het milieu“.

Ongemak zorgt er helaas vaak voor dat mensen zich tegen hun eigen belangen en overtuigingen in vastgraven in drogredeneringen en valse feiten.

Natuurlijk is het niet zo dat alles is opgelost wanneer we ongemak zouden kunnen wegnemen. Maar het wordt wel vaak vergeten door de progressieven en revolutionairen die verandering nastreven. Wie heeft er nou aandacht voor kleinzielige emoties wanneer er zulke grote belangen op het spel staan? Hou rekening met mogelijk ongemak dat verandering inhoudt voor mensen die potentieel je medestander zijn. Want je voelt alleen ongemak, als je weet dat verandering eigenlijk nodig is.

Afbeelding gegenereerd door Adobe Firefly

AI is niet gevaarlijk

Wat we allemaal kunnen met AI is verbluffend. Bijna ongelooflijk. Maar datzelfde geld voor de trucs die illusionisten tegenwoordig doen. Voor iedereen die niet begrijpt hoe zo’n truc werkt is het niet voor te stellen dat er geen hogere machten aan het werk zijn. Maar we accepteren dat het een truc is, niet meer en niet minder. Als je ziet wat er met AI allemaal gedaan wordt, is het eigenlijk niet voor te stellen dat we niet hard op weg zijn naar computers die zelfstandig kunnen denken en beslissen. En naar een wereld met robots met bewustzijn. Maar dat komt vooral doordat we niet begrijpen hoe de truc werkt.

In tegenstelling tot illusionisten, zijn de grote bazen van de techbedrijven die AI ontwikkelen er niet eerlijk over dat wat we zien eigenlijk een truc is. Sterker, ze buitelen over elkaar heen met idiote claims en toekomstvoorspellingen. Daar zijn verschillende redenen voor te bedenken. Het zou zomaar kunnen dat zij dat zelf ook niet begrijpen. In sommige gevallen kun je je afvragen of ze niet wat teveel geestverruimende middelen gebruikt hebben (eg bijgaand citaat van de Stable Diffusion CEO). Het is echter meest waarschijnlijk dat zij er gewoon belang bij hebben om AI indrukwekkender voor te stellen dan het is. Om politieke invloed uit te kunnen oefenen en investeerders te interesseren. Op die manier moet je ook kijken naar de oproep die de bedrijven deden om een pauze in te lassen bij het verder ontwikkelen van AI; aandacht trekken en invloed winnen. Het was een volkomen gratuit oproep waar geen een van hen zich aan hield en waar verder niets meer van werd vernomen.

Zwarte zwaan

Het fundament onder AI is een grove versimpeling van hoe een brein werkt. En een misvatting over hoe het menselijk brein waarschijnlijk werkt. Het zit vol tekortkomingen en beperkingen die alleen kunnen worden gemaskeerd door er aan de ene kant gigantische hoeveelheden data en energie tegenaan te gooien. En aan de andere kant door menselijk ingrijpen op allerlei niveaus. Van zwaar onderbetaalde microwerkers tot wellicht zwaar overbetaalde programmeurs. Wat al deze groepen gemeen hebben is dat ze eigenlijk geen idee hebben waar ze precies mee bezig zijn omdat het geheel niet te overzien is. En omdat de black box waar input doorheen gaat voordat het output wordt zo complex is, weet je nooit zeker of je menselijke ingreep het juiste effect heeft. Een kritische fout van iedere AI is een zwarte zwaan probleem; je weet pas dat die fout erin zat wanneer deze zich voordoet.

Bron: https://twitter.com/EMostaque/status/1632902759690240001

Kan een duikboot zwemmen?

Iedereen is wel eens onder de indruk geweest van vooral generatieve AI. Een ‘net echt’ conversatie met ChatGPT/Copilot, een niet van echt te onderscheiden afbeelding, een door AI gegenereerd liedje of filmpje. We zijn dan vaak zo onder de indruk, dat we vergeten -als we dat al weten-  dat er geen enkele bewuste keuze is gemaakt door die AI in het creëeren van die content. Wat je ziet, is de uitkomst van een vrijwel eindeloze rij aan berekeningen, regels en inschattingen die mogelijk is door onvoorstelbare hoeveelheid rekenkracht. En met een snelheid waardoor je als gebruiker denkt dat je begrepen wordt en dat de AI iets is dat ‘weet wat het doet’. Maar hoeveel rekenmachientjes moet je bij elkaar gooien voor er spontaan bewustzijn ontstaat? Of, in de woorden van Noam Chomsky, ‘calling AI intelligent is like saying submarines can swim’.

Op zich is dat goed nieuws. AI weet niks, begrijpt, interpreteert niks, is niet nieuwsgierig, twijfelt niet. En AI heeft al helemaal geen bewustzijn. AI is een ding. En ‘dingen’ zijn op zichzelf ongevaarlijk. Maar dan moet je er wel goed mee om gaan. En daar zit het probleem. Degenen die zich eigenaar van AI technologie mogen noemen zijn grote, commerciële, veelal Amerikaanse tech-bedrijven. Met aandeelhouders, investeerders, of platweg de wens zo snel mogelijk te groeien tot ze overgenomen kunnen worden. Het zijn dus bedrijven wiens primaire belang niet het welzijn van de individuele gebruiker of samenleving is, maar geld verdienen. Bedrijven die er alles aan doen om de concurrentiestrijd te winnen en daarom beloftes doen over AI die het niet waar kan maken en toepassingen ontwikkelen die schadelijk kunnen zijn.

AI is van ons allemaal

Toen sociale media in opkomst waren, hadden zij ook mooie idealistische verhalen. Dat heeft achteraf niet per se heel lekker uitgepakt. Ik hoop dat we daar van geleerd hebben met zijn allen. Als we tijdig spelregels hadden opgesteld waar die platforms zich aan moesten houden, hadden ze ongetwijfeld nog steeds bestaan. Maar het waren niet zulke openbare riolen van extremisme en populisme geweest. De huidige generatie AI had niet kunnen bestaan zonder de data die wij met zijn allen geproduceerd hebben. Of zonder alle algoritmes die aan universiteiten met publiek geld zijn ontwikkeld. AI is van ons allemaal, de hele samenleving zou er dan ook van moeten profiteren. En er over moeten mogen beslissen. AI is niet gevaarlijk, AI bedrijven zijn dat wel.

Het recht van de agressiefste

Er is in Nederland meer steun voor boerenprotesten dan voor klimaatacties. Daar is niet één aanwijsbare reden voor. Het zal een samenspel van verschillende dingen zijn, die per persoon verschillen.

Slechts één van die dingen waar dat mee te maken heeft, is ‘de inhoud’. Waar wordt nu eigenlijk precies voor of tegen geprotesteerd? Op basis van welke feiten? Hoe denk ik eigenlijk zelf over deze kwestie?

Eerst kiezen. Dan pas argumentatie

Alsof het gaat om een voetbalclub, kiezen we eerst een zijde (voor of tegen de protesterende boeren) en daarna gaan we de feiten zoveel mogelijk uitleggen in het voordeel van deze zijde.

Dat is geen nieuw inzicht. In 1945 schreef Orson Welles het essay ‘Notes on Nationalism’ waar het rationele vermogen van de mens ernstig in twijfel wordt getrokken; “The nationalist does not go on the principle of simply ganging up with the strongest side. On the contrary, having picked his side, he persuades himself that it is the strongest, and is able to stick to his belief even when the facts are overwhelmingly against him.”.

Ik betwijfel of mensen die zeggen de boerenprotesten te steunen, of zeggen de klimaatacties niet te steunen, überhaupt op de hoogte zijn waar voor of tegen geprotesteerd wordt. Extinction Rebellion heeft dat goed in de gaten. De klimaatacties zijn een middel, niet het doel. Steun voor de acties op zichzelf is niet zo belangrijk. Als het maar leidt tot aandacht voor het klimaat, voordat we ons realiseren dat het te laat is.

‘De politiek’ als veilige boosdoener

Voor de boeren ligt dat waarschijnlijk anders. De boeren protesteren namelijk voor zichzelf. Niet voor een hoger doel als ‘het klimaat’. Publieke steun is voor hen belangrijk en daarmee is het ook belangrijk dat zij als slachtoffers worden gezien. Slachtoffers van ‘de politiek’ liefst omdat dat nu eenmaal een veilige boosdoener is.

Wat opvalt, is dat klimaatactivisten weliswaar hinderlijk zijn, maar zij laten zich altijd netjes afvoeren door de politie. Zonder geweld, zonder bedreiging. De eventuele soep kun je gewoon van het ruitje voor de Mona Lisa afpoetsen. De boerenprotesten gaan ondertussen gepaard met onder andere geweld, intimidatie en vernielingen. Zij verzetten zich tegen arrestatie, bedreigen politici, maken dingen permanent stuk en brengen anderen in gevaar. Best vreemd dat hier steun voor is. Bizar dat deze steun blijkbaar zelfs groter is dan die voor protesten die onze democratie niet proberen te ondermijnen.

Als agressie werkt…

Het gaat mij nu niet om waar voor wordt geprotesteerd, maar hoe er wordt geprotesteerd. En dan is het zorgelijk dat er steun is voor de protesterende agrariërs. Politici laten zich begrijpelijkerwijs ook beïnvloeden door de publieke opinie. Wat in dit geval betekent dat niet op basis van bijvoorbeeld argumentatie, debat en zorgvuldige afweging wordt besloten. Je krijgt je zin door de agressiefste te zijn. Wat er enkel toe leidt, dat je je de volgende keer nóg agressiever op zult stellen. Of je nou gelijk hebt of niet.

Hoe hinderlijk klimaatacties ook mogen zijn, de activisten maken gebruik van de mogelijkheden binnen de rechtstaat. En wanneer ze over het lijntje stappen, accepteren ze de gevolgen. Maar iedere handreiking richting de protesterende boer houdt, als direct gevolg van de wijze van protesteren, een levensgroot gevaar in van uitholling van die rechtstaat en de democratie. Steun gerust de boer, maar niet de protesten.

Vleesvervangers

Ik had vandaag een nogal vermoeiend gesprek met een vleeseter. Nu eet ik zelf ook vlees, maar in tegenstelling tot deze vleeseter zie ik dat niet als een belangrijk onderdeel van mijn identiteit. Hoe vermoeiend was dat gesprek? Nou, het argument “Omdat die vleesvervangers allemaal op vlees moeten lijken eet ik het niet!” werd gebruikt. “Ze moeten wat anders bedenken. Want deze smakeloze dingen zijn net karton. Vol met toegevoegd zout en E-nummers.”

Aldus de gebrekkige logica van de vleeseter die een luide muur van assertiviteit optrekt om de schaamte te verbergen. Maar daar gaat dit stukje niet over. Dit stukje gaat niet over de vleeseter. Dit stukje gaat over mij. Ik heb besloten mezelf te ontmaskeren. Omdat ik het niet meer aan kan om dat non-argument nog langer te verdragen. 

Het is namelijk mijn schuld. Ik ben die halfslachtige nep-vegetariër die héél graag wil dat vleesvervangers zo veel mogelijk op vlees lijken. Qua bereiden, qua geur, qua structuur, qua smaak. Qua alles eigenlijk. Nou ja, behalve qua prijs. Er gaat niemand dood, dat mag minder kosten lijkt me.

Ik ben namelijk gek op vlees. Vlees smaakt geweldig, ruikt fantastisch, voelt geniaal in de mond. Hoera voor vlees. Maar ja, dode dieren hè. Mishandelde, gemartelde en afgeslachte dieren. En een aarde die langzaam sterft, grotendeels doordat wij al die dieren zooi voeren en zij dat uitpoepen tijdens het doodgemarteld worden. Dat komt eerlijk ook wel een beetje binnen bij me.

Het gezondheidsargument kan me gestolen worden. Al valt me op dat de bronnen die stellen ‘vleesvervangers zijn gezonder’ net iets betrouwbaarder, onafhankelijker en degelijker zijn dan de bronnen die het tegendeel beweren.

De vleeseter weet deze dingen ook wel. Maar om dan toch stug door te kauwen op een lijk, dan heb je een afweermechanisme nodig. Een argument als “het komt doordat het op echt vlees lijkt. En alleen sukkels eten dat.” volstaat.

Dan maar een sukkel. Ook al is er nu geen echte reden meer om nog voor een kroket met sterfte erin te kiezen, of een schijfje voormalig beest in je hamburgerbroodje; er kunnen mij niet genoeg alternatieven zijn. Iedere innovatie probeer ik.  En iedere terugval die ik heb wanneer ik de verleiding om toch een karkas in mijn mond te stoppen niet kan weerstaan, die draag ik. Ik doe mijn best, maar ben niet perfect. Ik heb geen goedkeuring van puristen nodig. 

Afbeelding gemaakt met Adobe Firefly

Maak relatietherapie gratis

Een paar dagen geleden had ik het over de tegeltjeswijsheid: voorkomen is beter dan genezen. En dat het belangrijk is om je te realiseren dat het gros van de mensen er liever een gezonde dan een ongezonde leefstijl op nahoudt. Maar dat blijkt in de praktijk vaak lastig. Daarom is een beetje hulp van de overheid gewenst.

Met ‘gezonde leefstijlcampagnes’ kun je als overheid de burger helpen om zich te gedragen op de manier die ze het liefste zouden willen. Zie het als een stukje tegenwicht tegen de verleidingen van de vrije markt die nu eenmaal meer aan de consument kan verdienen wanneer deze er een ongezondere leefstijl op nahoudt. Want de kosten die daarmee gepaard gaan, die hoeft de vrije markt niet te betalen, die kosten zijn dan weer voor de gemeenschap. De tegeltjeswijsheid van het neoliberalisme is dan ook in goed Engels; “Privatising the gains, socializing the losses.” Oftewel, de samenleving draait op voor de kosten en wij pakken de winsten.

Het mes dat aan twee kanten snijdt

Wat de uiteindelijke samenstelling ook wordt, een nieuw kabinet gaat alles straks heel anders doen. Men gaat weer ‘zorgen voor de burger’. Dat moet ook wel, want de zorgkosten zijn straks niet meer op te brengen. Het mes snijdt aan twee kanten: de burger is gezonder en gelukkiger én het zorgsysteem staat minder onder druk. Maar deze benadering is nog ergens anders toe te passen: de woningmarkt.

Net zoals er meer mensen aanspraak maken op zorg dan er zorg beschikbaar is, maken in Nederland ook meer mensen aanspraak op een woning dan er woningen beschikbaar zijn. De oplossingen die je tot nu toe hoort zijn nogal van dik hout zaagt men planken (meer bouwen, immigranten tegenhouden… lui denkwerk.) en mist de finesse van dat aan twee kanten snijdende mes.

Erg CDA

Waar kun je de kloof tussen vraag en aanbod namelijk nog veel meer mee dichten? Door babyboomers sneller uit hun riante met overheidssubsidie gefinancierde vrijstaande huizen richting gelijkvloerse appartementen te geleiden inderdaad. Ook dat is een mes dat dubbel snijdt, maar dan aan twee keer aan dezelfde kant: meer woningen en mensen kunnen langer ‘thuis’ blijven wonen. Maar we zoeken een mes dat aan twee kanten snijdt. Als je dan kijkt naar de enorme hoeveelheid eenpersoons huishoudens en de woningvraag die daaruit voortkomt. Dat zou aanzienlijk schelen. En de drama’s die zich afspelen achter de triplex deuren van de stacaravans waar de vers gescheiden ouders zich bevinden zijn ook niet mals. Het is vast heel erg CDA van me, maar zouden we er als samenleving niet goed aan doen om te investeren in goede, duurzame relaties tussen ouders van gezinnen met (jonge) kinderen? Niet meer dat makkelijke ‘het ging niet zo lekker’, maar gewoon er met elkaar aan werken om het leuk te houden samen. En reële verwachtingen hebben. Want natuurlijk wordt dat verliefde gevoel na twintig jaar minder.

Woningcrisis oplossen? Relatietherapie gratis maken.

Ouders die bij liefst gelukkig, maar minimaal tevreden elkaar blijven zijn beter voor de woningmarkt, zéker beter voor de kinderen en ook beter voor de partners zelf. Maar daar is misschien wel wat hulp bij nodig hier en daar. Dus in plaats natuurgebieden volstorten met beton of een fascistisch buitenland beleid te voeren, zou een kabinet er wel eens beter aan kunnen doen om relatietherapie gratis te maken. Gewoon in het basispakket voor iedereen. Voorkomen is uiteindelijk beter dan genezen.

Mevrouwtjes, u moogt best vragen om meer te werken

Ik ben ooit, in 2012, mijn baan kwijtgeraakt als gevolg van overheidsbeleid. Toenmalig VVD-minister Schippers vond, als liberaal, dat de overheid zich er niet mee moest bemoeien hoe gezond of ongezond burgers leefden. En zette een streep door de zogenaamde leefstijlcampagnes waarvan ik er voor eentje verantwoordelijk was. Daar kun je van alles van vinden. Maar om de film The Big Lebowski te parafraseren: “Say what you want about liberalism, at least it’s an ethos.”

We zijn ruim tien jaar verder, maar de overheid wil zich nu ineens juist graag weer wel met onze levenskeuzes bemoeien. Waar leefstijlcampagnes nog onheus van betutteling werden beschuldigd, is daar nu enorm sprake van. “Lieve Nederlandse vrouwen,” zegt het ministerie van sociale zaken in haar campagne. “Wil je meer werken? Laat het merken!” En dan richt het ministerie zich met name op de vrouwen die in ondergewaardeerde en onderbetaalde sectoren werken zoals onderwijs en zorg. En dus niet op juristen, bankiers of consultants. Een campagne maken is lekker zichtbaar, het wordt vaak – onterecht – aangezien voor daadkracht en het is vooral veel goedkoper en eenvoudiger dan de oorzaken aanpakken die het personeelstekort in deze sectoren veroorzaken. Maar goed, misschien dat minister Van Gennip daar op de achtergrond ook keihard mee bezig is.

Om me even tot die campagne te beperken: Moet het ministerie deze deeltijd werkende vrouwen aanspreken alsof ze niet helemaal goed snik zijn? Ik kan me voorstellen dat je tegen een kind van vier zegt dat als het iets wil, dat het dat dan moet vragen: “Wil jij meer werken lieverd? Dan moet je het laten merken hoor.” Moet je een volwassen mens dat ook vertellen? Wat zijn dat voor vrouwen die meer willen werken, maar bij wie het nooit is opgekomen dat ze dat dan ook kenbaar moeten maken? En belangrijker nog: zijn dat dan ook de vrouwen van wie we als samenleving überhaupt willen dat die meer werken? Het komt op mij over als mensen die door hun passiviteit en onbenulligheid vooral in de vlek gaan zitten wrijven in plaats van dat ze boel helpen schoonmaken. Suggereert het ministerie met deze slogan niet dat vrouwen in zorg en onderwijs enorme sufkonten zijn?

Op de campagnesite van het ministerie staat een drietal filmpjes. Onze overheid is helemaal op de tour van testimonials tegenwoordig, zogenaamde echte mensen die echte verhalen vertellen. In dit geval zijn het testimonials met een zeikmuziekje eronder. In één zo’n filmpje zien we een verpleegkundige aan wie haar leidinggevende had gevraagd of ze meer wilde werken. (Ze heeft dat dus niet laten merken, maar goed.) De kinderen hadden haar thuis minder nodig en na goedkeuring van haar man is ze vier uur extra aan de slag gegaan en dat bevalt heel goed. Er is gelukkig ook een filmpje met een huiskamermevrouw die het thuis niet overlegd heeft, dat ze meer ging werken. Ze heeft het haar man gewoon medegedeeld. Bam! Iedereen reageerde thuis heel positief, opluchting! In het derde filmpje zien we een vrouw die eerst onbetaald zorg verleende als mantelzorger. Na het overlijden van haar vader kon ze meer betaald gaan zorg verlenen. De subcontext hier is wat mij betreft dat de overheid mantelzorg niet als echt werk ziet, wat het natuurlijk wel is. En dat is natuurlijk schandalig, mantelzorg is net zo goed werk. Het zou fatsoenlijkbetaald moeten worden.

Dat deze campagne er gekomen is, is van zichzelf al gênant. En hoe die vervolgens is uitgevoerd is zelfs nog gênanter.  

Zeggen dat iets niet deugt is makkelijk. Ik wil graag constructief eindigen en een voorstel doen voor een vervolgcampagne. Ik zie voor me dat het ministerie een campagne maakt waarin zij iedereen – man, vrouw en anders – die nutteloos werk doet, oproept om werk gaan te doen waarbij zij wél een bijdrage leveren aan de maatschappij. Influencers, bitcointypes, lifestylecoaches, flitshandelaartjes, belastingsontwijkadviseurs, dat soort types. En daar mogen wat mij betreft dan best wat extra beleidsinstrumenten van verleiding tot dwang onder komen te liggen.

Deze column is geschreven voor Marketing Report.