AI for Civil Society

This article was originally written for and published by Disrupt Development.

You have probably noticed that this ‘Artificial Intelligence’ thing has become quite a big deal over the past few years. Everywhere you look there seems to be a scientist, tech entrepreneur, journalist or futurist telling us about how it’s going to change our world. In good ways and not-so-good ways. While many of us are either dreaming about how AI will bring more equal opportunities and solve complex social issues or are having nightmares about how AI will make an end to privacy or become a tool for oppression, CIVICUS* also had a pragmatical question; ‘How can our communications department make use of AI right now?’. Together with the CIVICUS communications team, Disrupt Development consultants Irene Siaw and myself put together an online (as the CIVICUS team is also spread out across the globe) half days introductory workshop to explore this question.

What is AI really?
While at first sight it appears a pretty straightforward question, there is actually quite bit more to it. It actually already begins with the definition of Artificial Intelligence. What do we mean by it? Even in the scientific AI sector this debate has not been settled and this also showed in the outcomes of the survey we sent around to the CIVICUS team members. Unfortunately, we were not able to settle the debate once and for all. But we did come to the conclusion that even though during the workshop it would be useful to provide an overview of the different types of AI, we would zoom in on generative AI; AI tools that are able to create text, images, audio and video.

Opportunities or threats, which wins?
Obviously, for an NGO like CIVICUS there are many worries about potential risks attached to AI, like surveillance, increasing economic inequality or a concentration of power in the hands of non-democratic entities. By zooming in on generative AI, of which there are many tools and uses known and freely available, the workshop gained focus and it would actually become a workshop, instead of a lecture or a debate session. Not that generative AI does not have its own unique set of hopes and fears. It is well known that generative AI has bias issues, where its outcomes tend to be more favorable to the groups that currently hold more economic and political power. There are also worries about generative AI providing inaccurate outcomes, violating copyrights, or being an IT security threat. The question is then, do these threats and worries outweigh the potential benefits? In other words: should we be using generative AI at all?

Understanding instead of prohibiting
Instead of prohibiting the use of generative AI until all threats and dangers are known and contained, you can also take the route of helping people understand where these threats and dangers come from, which will provide them with knowledge to make better decisions themselves. So during the workshop, we gave a lot of attention to explaining how generative AI works. How is a Large Language Model (LLM) able to take a question (prompt) from a user and then come back with an output (in the form of content) that is so impressive that it make you think that ‘the machine understands you’? Obviously, it does not make sense to explain that in a technical way. The biggest challenge there is to decide, what does a professional working at and NGO or civil society organisation need to know, so that they understand enough of the technology behind the computer screen? So, for example, they don’t just know that they should always check ChatGPT’s answers (even though ChatGPT’s makers do everything they can to make you feel like it’s not necessary), but they know why they should always check. And, on the more positive side, when you understand how generative AI works, it helps to think of potential uses for it, without being dependent on, continuously outdated, lists of new tools that have been developed by others. So, thinking about potential uses during the workshop ourselves was a valuable part of the workshop that provided added insight but also deepened the learning experience.

Learning and doing
It’s one thing to tell people about how generative AI tools try to convince you that they are an actual person, it’s another thing to have them experience it. By having the team work with ChatGPT (as the best accessible tool with the most well-known user interface), trying out various assignments with different prompts and evaluating their experiences together, the theoretic part of the workshop came to life. It’s a bit like explaining how a really cool magic trick works and then seeing it performed before your eyes, you might have a better understanding of how it works, it’s still amazing.

After the workshop, we created a document for the team so they could go over what we had worked on together, but also share with other interested colleagues. We thought it was a great journey and we are confident that CIVICUS is a bit better equipped for the future.

AI is niet gevaarlijk

Wat we allemaal kunnen met AI is verbluffend. Bijna ongelooflijk. Maar datzelfde geld voor de trucs die illusionisten tegenwoordig doen. Voor iedereen die niet begrijpt hoe zo’n truc werkt is het niet voor te stellen dat er geen hogere machten aan het werk zijn. Maar we accepteren dat het een truc is, niet meer en niet minder. Als je ziet wat er met AI allemaal gedaan wordt, is het eigenlijk niet voor te stellen dat we niet hard op weg zijn naar computers die zelfstandig kunnen denken en beslissen. En naar een wereld met robots met bewustzijn. Maar dat komt vooral doordat we niet begrijpen hoe de truc werkt.

In tegenstelling tot illusionisten, zijn de grote bazen van de techbedrijven die AI ontwikkelen er niet eerlijk over dat wat we zien eigenlijk een truc is. Sterker, ze buitelen over elkaar heen met idiote claims en toekomstvoorspellingen. Daar zijn verschillende redenen voor te bedenken. Het zou zomaar kunnen dat zij dat zelf ook niet begrijpen. In sommige gevallen kun je je afvragen of ze niet wat teveel geestverruimende middelen gebruikt hebben (eg bijgaand citaat van de Stable Diffusion CEO). Het is echter meest waarschijnlijk dat zij er gewoon belang bij hebben om AI indrukwekkender voor te stellen dan het is. Om politieke invloed uit te kunnen oefenen en investeerders te interesseren. Op die manier moet je ook kijken naar de oproep die de bedrijven deden om een pauze in te lassen bij het verder ontwikkelen van AI; aandacht trekken en invloed winnen. Het was een volkomen gratuit oproep waar geen een van hen zich aan hield en waar verder niets meer van werd vernomen.

Zwarte zwaan

Het fundament onder AI is een grove versimpeling van hoe een brein werkt. En een misvatting over hoe het menselijk brein waarschijnlijk werkt. Het zit vol tekortkomingen en beperkingen die alleen kunnen worden gemaskeerd door er aan de ene kant gigantische hoeveelheden data en energie tegenaan te gooien. En aan de andere kant door menselijk ingrijpen op allerlei niveaus. Van zwaar onderbetaalde microwerkers tot wellicht zwaar overbetaalde programmeurs. Wat al deze groepen gemeen hebben is dat ze eigenlijk geen idee hebben waar ze precies mee bezig zijn omdat het geheel niet te overzien is. En omdat de black box waar input doorheen gaat voordat het output wordt zo complex is, weet je nooit zeker of je menselijke ingreep het juiste effect heeft. Een kritische fout van iedere AI is een zwarte zwaan probleem; je weet pas dat die fout erin zat wanneer deze zich voordoet.

Bron: https://twitter.com/EMostaque/status/1632902759690240001

Kan een duikboot zwemmen?

Iedereen is wel eens onder de indruk geweest van vooral generatieve AI. Een ‘net echt’ conversatie met ChatGPT/Copilot, een niet van echt te onderscheiden afbeelding, een door AI gegenereerd liedje of filmpje. We zijn dan vaak zo onder de indruk, dat we vergeten -als we dat al weten-  dat er geen enkele bewuste keuze is gemaakt door die AI in het creëeren van die content. Wat je ziet, is de uitkomst van een vrijwel eindeloze rij aan berekeningen, regels en inschattingen die mogelijk is door onvoorstelbare hoeveelheid rekenkracht. En met een snelheid waardoor je als gebruiker denkt dat je begrepen wordt en dat de AI iets is dat ‘weet wat het doet’. Maar hoeveel rekenmachientjes moet je bij elkaar gooien voor er spontaan bewustzijn ontstaat? Of, in de woorden van Noam Chomsky, ‘calling AI intelligent is like saying submarines can swim’.

Op zich is dat goed nieuws. AI weet niks, begrijpt, interpreteert niks, is niet nieuwsgierig, twijfelt niet. En AI heeft al helemaal geen bewustzijn. AI is een ding. En ‘dingen’ zijn op zichzelf ongevaarlijk. Maar dan moet je er wel goed mee om gaan. En daar zit het probleem. Degenen die zich eigenaar van AI technologie mogen noemen zijn grote, commerciële, veelal Amerikaanse tech-bedrijven. Met aandeelhouders, investeerders, of platweg de wens zo snel mogelijk te groeien tot ze overgenomen kunnen worden. Het zijn dus bedrijven wiens primaire belang niet het welzijn van de individuele gebruiker of samenleving is, maar geld verdienen. Bedrijven die er alles aan doen om de concurrentiestrijd te winnen en daarom beloftes doen over AI die het niet waar kan maken en toepassingen ontwikkelen die schadelijk kunnen zijn.

AI is van ons allemaal

Toen sociale media in opkomst waren, hadden zij ook mooie idealistische verhalen. Dat heeft achteraf niet per se heel lekker uitgepakt. Ik hoop dat we daar van geleerd hebben met zijn allen. Als we tijdig spelregels hadden opgesteld waar die platforms zich aan moesten houden, hadden ze ongetwijfeld nog steeds bestaan. Maar het waren niet zulke openbare riolen van extremisme en populisme geweest. De huidige generatie AI had niet kunnen bestaan zonder de data die wij met zijn allen geproduceerd hebben. Of zonder alle algoritmes die aan universiteiten met publiek geld zijn ontwikkeld. AI is van ons allemaal, de hele samenleving zou er dan ook van moeten profiteren. En er over moeten mogen beslissen. AI is niet gevaarlijk, AI bedrijven zijn dat wel.

Promptschrijver

De eerste euforie of blinde paniek, ligt er maar net aan wie je spreekt, is wat weggezakt. En we kunnen wat rustiger naar een tool als ChatGPT kijken. Dit is duidelijk nog niet het ding dat de wereld gaat veroveren. Een stuk techniek dat over vrijwel alle kennis, maar geen enkele wijsheid beschikt. Zonder ook maar iets te begrijpen van wat het (of ‘dat’ het is) is, of waar het mee bezig is. Een gigantische reeks enen en nullen die langs, zo heb ik mij laten vertellen, relatief eenvoudige rekensommetjes worden gegooid. Maar daar dan ook wel weer duizelingwekkend veel van. Maar het is al wel een prachtige tool om je te helpen bij het verkennen van ideeën.

Hoe ChatGPT en andere AI’s onze wereld gaan veranderen weten we nog niet. Het zal sommige banen over gaan nemen, maar ook wel weer nieuwe creëren. Één nieuwe baan is er al. Eentje met een prachtige naam; ‘promptschrijver’.

Een promptschrijver is iemand die heel goed opdrachten kan formuleren zodat een AI als ChatGPT produceert wat je wil dat het produceert. Je kan daarvoor schrijfregels aanleren zoals ‘formuleer je prompt in positieve termen en niet in negatieve termen’. Maar er zit ook nog een poëtische laag aan waarbij een specifieke mix van tekstuele ingrediënten plotseling een onverwacht resultaat geven. En een groot deel van kunst is dat je de schoonheid ziet in het onverwachte.

Wat mooi is aan ChatGPT is dat je heel snel resultaat ziet van wat je prompt doet. Of het leidt tot verbetering of niet. ChatGPT heeft geen ego, het verwerkt gewoon de input tot een output.
Promptschrijvers ontdekten een prachtige prompt die tot veel betere resultaten leidt. Maar volgens mij werkt deze ook bij mensen, we zouden het wel eens wat vaker mogen gebruiken;

“Doe nog niets. Vertel me eerst wat je denkt dat ik je gevraagd heb en vertel me wat er nog niet helder of verwarrend aan is.”

Sorry, mevrouw Kaag

Krijg je als land de leiders die je verdient? In tegenstelling tot Hoekstra (vond zichzelf -terecht- niet geschikt) of Rutte (geen actieve herinnering aan ethisch leiderschap) stopt Kaag ermee vanwege de giftige maatschappij die we gecreëerd hebben met elkaar. Waarin het oké is om een vrouwelijke leider af te schilderen als heks. Gewoon omdat je te dom bent om te snappen waar ze het over heeft of omdat je een onzeker mannetje bent met piemel-issues of whatever. Waarin het oké is om kinderen van ministers in hun eigen huis doodsbang te maken en ze vervolgens uit te lachen. Gewoon omdat je een lompe egoïst bent die vindt dat democratische besluitvorming alleen geldt als jij er voordeel van hebt.

Dat gif is niet ontstaan doordat we het niet goed hebben hier. We zijn leven zo ongeveer in de beste tijd en op de beste de plek in de menselijke geschiedenis.

100.000 sneuneuzen

Maar mensen die nogal bevattelijk zijn voor negatieve beïnvloeding zien dat anders. Omdat er door veel bedrijven goed verdiend wordt aan negatieve beïnvloeding. Omdat je met complotten en desinformatie ook advertenties kunt laten zien en spulletjes verkopen. Omdat je met een miljoen dagelijkse gebruikers, ook al zijn het eigenlijk 100.000 sneuneuzen en 900.000 bots een hele hoop investment funding op kunt halen. Scheelt ook weer belasting betalen voor die investeerders trouwens.

Animal Farm

Het lijkt of de schreeuwers aan het winnen zijn, maar het is vee in de neo-liberale stallen. Eerst helemaal leegmelken, daarna onverdooft slachten. Terwijl ze elkaar de staart afbijten zien ze de boer als hun vriend. Die geeft hen immers eten, net zoals de vrije markt ons iPhones, Heineken, Twitter en Mora bitterballen gaf.

Het boek Animal Farm schetst een maatschappij onder een totalitair regime. Wij, arrogante westerlingen, dachten daarbij altijd aan een land als China. Met openlijke onderdrukking. Het vrije marktmechanisme heeft ontdekt dat je er meer aan kan verdienen als je het stiekem doet. Onderdrukking verpakt als persoonlijke vrijheid, censuur verpakt als het vrijheid van meningsuiting. Mensen als Sigrid Kaag worden weggepest door varkens die te dom zijn om te zien dat de staldeuren open staan.

Afbeelding door Open,ai

ChatGPT begrijpt er helemaal niets van

Oké, inmiddels is dus wel duidelijk ChatGPT je schoolverslagen kan schrijven, je website teksten en je complete bedrijfsstrategie. Gaaf hoor. In plaats van kennis over een onderwerp te krijgen, hoef je nu ‘alleen’ nog maar te leren hoe je een goede opdracht voor een AI taalmodel schrijft*. Maar wat zegt dat eigenlijk over ons, dat we ons zo makkelijk om de tuin laten leiden? En dat we liever vertrouwen op taalkundige kansberekening dan op echt nadenken?

ChatGPT is niets meer dan kansberekening

ChatGPT heeft geen idee van wat je schrijft, nog van wat er als reactie op wordt teruggegeven. Wat het GPT-3 taalmodel achter ChatGPT doet is in feite niets meer dan statistiek; op basis van een immens complexe formule waar een onvoorstelbare hoeveelheid tekst doorheen is gegaan voorspelt ChatGPT welk volgend woord het meest waarschijnlijk is. En om de geproduceerde teksten mooier te maken, wordt een klein scheutje toeval aan toegevoegd; het taalmodel gebruikt niet altijd het meest waarschijnlijke woord. Af en toe kiest het model willekeurig een woord dat net iets minder waarschijnlijk is. Zodat een tekst voor bijvoorbeeld 80% uit de statistisch meest aannemelijke keuzes bestaat. Dit noemen we dan een ‘temperatuur’ van 0,8. In een schitterende blog van Stephen Wolfram kun je lezen dat op basis van ervaring, zonder theoretische onderbouwing, is gebleken dat een temperatuur van 0,8 ongeveer ideaal is. De teksten kloppen en zijn net onvoorspelbaar genoeg in variatie om menselijk te lijken.

ChatGPT is geen bedreiging voor het onderwijs

ChatGPT geeft dus allerlei antwoorden en adviezen, zonder ook maar enig benul te hebben van wat er gevraagd wordt. Zonder enig begrip van de materie waar je over vaagt en zonder ook maar enig begrip van wat het nu eigenlijk zegt. Dit zal niet iedereen verbazen. We kennen uiteindelijk bijna allemaal wel een mens die zonder enig verstand van zaken allerlei indrukwekkend ogende woorden op papier neerkwakt en dat dan een advies of beleidsstuk noemt.
Docenten die zich zorgen maken over verslagen die nu door ChatGPT worden geschreven en niet door leerlingen zouden zich eens achter de oren moeten krabben over de methode waar ze al die jaren op hebben vertrouwd. Want het is een feit dat ChatGPT het eigen verslag niet begrijpt. En het is dus ook een feit dat je een goed cijfer kunt krijgen voor een verslag over een onderwerp waar je niet van begrijpt. Dus wat hebben al die docenten al die jaren dan eigenlijk gemeten? Legt ChatGPT niet eerder een tekortkoming in het onderwijs bloot, dan dat het er een bedreiging voor vormt? De huidige meetmethodiek meet blijkbaar alleen of je de juiste (op te zoeken) woorden in een grotendeels logische volgorde weet te plaatsen. Het meet niet of je ook echt de kennis hebt waarvoor je een cijfer krijgt.

Toeval en schijn-creativiteit

Nou ja. Wellicht meer verrassend dan dat je ergens kloppende teksten over kunt maken zonder begrip van het onderwerp, is dat teksten ‘beter’ worden (of: ‘natuurlijker overkomen’) wanneer er randomness wordt toegepast. Creativiteit door toevoeging van een vleugje (idealiter 20%) toeval. De output van ChatGPT is niet volledig voorspelbaar doordat er toeval is voorgeprogrammeerd. Schijn-creativiteit dus. En juist die onvoorspelbaarheid maakt de output menselijker. Mensen geven dus de voorkeur aan een statistisch sub-optimaal resultaat boven de ideale uitkomst.

ChatGPT is voor intelligentie wat social media zijn voor contact

Elk antwoord dat ChatGPT geeft is een mix van statistische voorspelbaarheid en voorgeprogrammeerd toeval. Je krijgt antwoorden zonder begrip. Dergelijke Large Language Models zijn voor intelligentie, wat social media zijn voor menselijk contact; een verslavend, potentieel schadelijk surrogaat. Wanneer je van ChatGPT een voorgebakken antwoord krijgt dat ook op echte wijsheid lijkt, waarom zou je dan eigenlijk nog de moeite doen om zelf na te denken?
En omdat alles wat ChatGPT lijkt te weten is gebaseerd op alles wat er al was en het daar zelf niets aan toe kan voegen, anders dan toeval, zal er van ChatGPT nooit vooruitgang komen. ChatGPT snapt niet welk idee nieuw is, welk idee een verbetering is, of wat een wenselijke ontwikkeling is. ChatGPT snapt niks, helemaal niks.
Zo moeten we het dan ook benaderen, als een extreem geavanceerd stuk gereedschap. Net als destijds het internet, gaan AI taalmodellen de wereld veranderen op manieren die we nu nog niet eens kunnen bedenken. Maar we zullen zelf moeten blijven denken, creëren, innoveren en verbeteren.

Dus als je schrijfwerk over wil laten aan ChatGPT, dan kan dat alleen als het niet echt belangrijk is dat de schrijver de materie begrijpt. En als creativiteit voor jouw schrijfwerk, of het nu een webtekst, beleidsstuk of strategische visie is, niet nodig is.
Maar als aan die beide randvoorwaarden is voldaan, dan is jouw schrijfwerk eerlijk gezegd al bij voorbaat zinloos en overbodig.

*Prompts

Er word nogal makkelijk overheen gestapt hoe je er voor kan zorgen dat ChatGPT ook datgene produceert wat je wil hebben. Een goede prompt (opdracht) schrijven blijkt nog niet eenvoudig. En we moeten niet overschatten hoeveel mensen daar uiteindelijk toe in staat blijken. Geen overbodige luxe om hier middels onderwijs in te investeren.
De hoogte van je IQ alleen is niet allesbepalend. Ik heb de afgelopen jaren wel zo vaak meegemaakt dat allerlei op hoog niveau functionerende academici niet in staat bleken om een goede zoekopdracht te formuleren voor Google dat ik daar geen vertrouwen meer in heb.

Ondanks wat al die ultrakorte ‘how to’s’beloven, heb je in sommige gevallen bijna een AI bot nodig om je te helpen een goede prompt te schrijven om een andere AI bot te laten doen wat je eigenlijk wil.

Afbeelding gegenereerd door open.ai/images op basis van de tekst van deze blog

Jongeren geven geen fuck om oude verfwerkjes

Hallo boomer! Het is natuurlijk even schrikken. Hoop je van een onbezorgde oude dag te genieten nadat je je leven lang onze maatschappij hebt opgebouwd voor jullie vrijstaande huis, Volvo XC40 en vliegvakanties naar Marbella  kinderen en kleinkinderen, gaan die kleinkinderen ineens de sfeer verpesten.

Door jullie er op te wijzen dat de aarde sterft, terwijl jullie lekker staan te staren naar oude schilderijtjes. Die je feitelijk veel beter kunt zien als een je een hi-res afbeelding op je 8K flatscreen tovert, maar dat terzijde. De bak in met dat tuig! Nul begrip zoals voor de boeren. Want die boeren waren boos op de overheid en da’s een stuk minder confronterend dan wanneer je zelf wordt aangesproken op je apathie tegenover het milieu natuurlijk.

Schande voor deze jongelui die strijden voor een betere wereld en daarbij zorgen voor mild ongemak. Als we dadelijk tot onze oksels in het zeewater staan, houden we allemaal een Monet boven ons hoofd. Want een Monet kan zich niet verdedigen. Nou kunnen wij ons tegen een cycloon ook niet verdedigen, maar ook sinds de opwarming lekker op dreef is, zijn die dingen altijd aan de andere kant van de wereld. Meestal in arme landen ook nog, dus die mensen moeten sowieso eerst maar eens aan het werk.

Geen enkele menselijke prestatie is groter dan wat de natuur de bieden heeft. En jongeren geven geen fuck om oude verfwerkjes. Ze zoeken niet onze sympathie, want met onze sympathie doen we al jaren geen ene zak. Ze willen ons wijzen op de urgentie, we moeten NU wat doen. Wen er maar aan, of beter nog: doe mee. Zoals jullie ouders vochten tegen de nazi’s, zo vechten jullie kleinkinderen tegen de opwarming. Ik geef toe, het is een wat abstractere vijand, maar nog veel destructiever.

Hartstikke tof dat jullie generatie dit land weer heeft opgebouwd. Maar jullie zijn gaan feesten terwijl het bouwen nog niet klaar was.

Deze column is geschreven voor Marketing Report

Fotocredit: Vincent M.A. Janssen, via Pexels

Boomeractivisme – Kökçü en Van Gogh

Vorige week was de officieuze week van het Boomeractivisme. Daar leek het althans wel op, zeker tegen het einde. Op de middelbare school van mijn zoon speelde naast een enorme regenboogloper een schoolbandje in het kader van Coming Out-Day. Rage Against The Machine, The Cranberries, The White Stripes. Een overtuigende case dat er na generatie Y geen ter zake doende muziek meer is gemaakt. We zijn nog steeds niet klaar met ons afzetten tegen de babyboomers.

Twee overtuigende voorbeelden uit het nieuws van vorige week: de milieuactivisten die een blikje tomatensoep tegen een Van Gogh mieterden en de Feyenoord-aanvoerder die geen regenboog-aanvoerdersband wilden dragen. Twee verwarrende acties, zo bleek uit de reacties die ik las op sociale media. Onmogelijk te voorspellen wat mensen die ik normaliter hoog acht voor bizarre meningen hierover hadden.

De soep eerst. Twee jonge milieuactivisten wilden aandacht vragen voor de schade die we wereld toebrengen met onze olieverslaving. Die aandacht vroegen ze door een blikje Campbell’s tomatensoep te gooien tegen een glazen ruitje dat een schilderij door Van Gogh beschermde. Daarna plakten ze hun hand tegen de muur van het museum. Minimale schade, maximale opbrengst. Want ze hadden alle tijd om hun zorgen uiteen te zetten. Een net betoog waarin ze de vraag opwierpen of het wel in de haak is om vele miljoenen uit te geven aan dit soort schilderijtjes en maar zo weinig aan duurzaamheid. De aarde sterft, maar de rijken der aarde (boomers) bieden tegen elkaar op voor stukjes ijdelheid.

Verwende snotapen

Dat ze zouden worden uitgemaakt voor tuig, dat er zou worden opgeroepen ze ‘heel erg lang en heel erg hard’ te straffen, dat hadden ze vast wel ingecalculeerd. Maar dat weldenkende mensen het over de boeg van verwende snotapen die gooien met eten zouden gooien, dat zal ze misschien verrast hebben. Wat ik verder veel las, waren berichten van voornamelijk oudere mensen die beweerden dat ze hun zaak hier alleen maar schade toebrachten. Wat natuurlijk onzin is. Het was een prachtige action performance waarbij Van Gogh en Warhol in gewelddadige botsing met elkaar kwamen. Gelukkig is er nog jeugd die vecht voor idealen.

Van soep naar voetbal. De Feyenoord-aanvoerder Orkan Kökçü weigerde in het weekend de aanvoerdersband te dragen. Volgens eigen zeggen omdat hij dat daar gezien zijn geloof niet helemaal achter kon staan. Hij schreef ook dat hij iedereen, ongeacht achtergrond of voorkeur respecteerde. Ik kan me er van alles bij voorstellen waarom een speler met een Turkse, islamitische achtergrond liever niet met een LHBTIQ+-symbool om de arm wil spelen. Zeker als je een Turkse international bent. Ik vind het wel heel erg jammer dat hij die band niet droeg. Het laat meteen duidelijk zien dat dit soort acties, met regenboog aanvoerdersbanden, zinvol en nodig zijn. Want er is nog veel om met elkaar over te praten.

Boomers klimmen in de pen

Maar dat praten, daar waren vooral de boomers-die-nog-wel-op-Facebook-en-Twitter-zitten niet zo van. Het was ofwel Groot gelijk, het moet maar eens afgelopen zijn met dat ‘homo-gejammer, ofwel Ze moeten die hufter voor altijd zijn aanvoerdersband afpakken. En dan lekker op elkaar reageren en elkaar idioten noemen.

Boomers zijn van zichzelf niet zo activistisch, die hebben een duwtje nodig om zich eerst ergens druk over te maken. Maar als ze eenmaal op gang zijn, dan is er geen stoppen meer aan. De weigering van Gökçü was het meest effectieve onderdeel van de hele actie. Net als de soepgooiers kreeg hij het voor elkaar om een stevige dialoog op gang te brengen. De boomers werden boos over de symboliek en pikten een stukje inhoud mee. Dat levert geen dialoog op die direct verandering brengt, maar het een volgende stapsteen op weg naar een mooiere, tolerantere wereld.

Deze column is geschreven voor Marketing Report

Afbeelding automatisch gegenereerd door Craiyon

Feministen, vreemdelingenhaters en naar beneden trappen

Afgelopen week speelde JC Decaux een bijrol in het nieuws. Posters die opriepen tot protest tegen een nieuwe aanpassing van de transgenderwet werden opgehangen, na ophef verwijderd en uiteindelijk weer teruggehangen.

Dat laatste lijkt mij een wijze beslissing. Alhoewel ik van mening ben dat tolerantie ten opzichte van intolerantie niet-wenselijk is (denk aan alle optredens van FvD-kamerleden of het haatzaaiende ONgehoord Nederland) denk ik dat we dit mogen scharen onder vrijheid van meningsuiting. Een groot deel van de mensen achter deze poster is niet zozeer intolerant, als wel een gevaarlijke combinatie van bang en slecht geïnformeerd.

Dit manifest is ondertekend door een kleurrijk gezelschap waar je naast een intellectuele topper als Bart Jan Spruyt ook mensen aantreft als “Theo Boer, vader van 2 kinderen”. Dat wekt vertrouwen.

Even over die wet zelf

Het grote bezwaar dat deze groep mensen heeft tegen de voorgestelde aanpassing is dat je als transgender niet meer naar een deskundige hoeft die voor jou beslist of jij wel of niet in een lichaam van het verkeerde geslacht geboren bent. Je mag dat straks zelfs beslissen en op het gemeentehuis aangeven dat je een aanpassing in je identiteitsbewijs wilt; hetzelfde gender als dat je daadwerkelijk bent.

Om al te spontane opwellingen te voorkomen, moet je na een aantal weken terugkomen om je wens te bevestigen. Dat klinkt als vooruitgang. Dus dat allerlei reactionaire en christelijke organisaties tegenstander zijn, is niet gek. Maar volgens een voormalig bastion van vooruitgang, de feministische beweging, is dat het niet. Volgens hen liggen er allerlei gevaren op de loer en al die veronderstelde gevaren worden weer eens afgewenteld op de vrouw.

Transgenders en asielzoekers

In het manifest zelf, in Twitter-discussies en artikelen en stukjes lees ik telkens hetzelfde patroon:

1) Transvrouwen zijn mannen die doen alsof ze vrouw zijn (transmannen worden volkomen genegeerd, ook in deze discussie);

2) Rechten voor transvrouwen zijn een bedreiging voor echte vrouwen (in een wereld die toch al heel gevaarlijk voor hen is.

Dit doet mij wel héél erg denken aan een andere recente maatschappelijk discussie:

1) Asielzoekers zijn gelukszoekers die doen alsof ze in gevaar zijn;

2) Deze asielzoekers krijgen huizen en geld cadeau terwijl de eigen bevolking geen woning heeft en de rekeningen niet kan betalen.

Kwetsbaren aanpakken

En er zijn wat meer paralellen tussen beide kwesties. Zo zijn de aannames niet geworteld in de realiteit of conform de huidige wetenschappelijke consensus (transgenders wegzetten als mensen die doen alsof is van een stuitende domheid). Maar het ergste is wat mij betreft dat simpelweg door het voeren van deze discussies de kwetsbare groepen waar het om gaat, worden beschadigd.

Het protest tegen de aanpassing van de transgenderwet is volgens Bart Jan Spruyt en zijn feministische aanhang niet op gang gekomen omdat men bang voor de agressie van trans-activisten. Een handige truc waarmee je de rol van slachtoffer behoudt terwijl de je de agressor bent en je ook meteen een alternatieve verklaring geeft voor de impopulariteit van je standpunt. De individuele transgender is kwetsbaar. Kwetsbaar voor misbruik, geweld en depressie. De gemeenschap heeft groot gelijk om daar direct tegen te protesteren en het niet te negeren zoals een door sommige opiniemakers werd geopperd.

Een asielzoeker heeft geen verweer

Een laatste overeenkomst in hoe transgenders en asielzoekers worden aangevallen die ik wil benoemen, is de volgende: in plaats van de werkelijke oorzaak aan te pakken, wordt een nóg weerlozer slachtoffer aangevallen. Naar beneden trappen dus.

In de asielzoekers kwestie gaat het niet écht om asielzoekers. Het gaat om zorgen over de eigen toekomst, je baan, je inkomen, je woning. Allemaal zaken waarvoor je eigenlijk de rijke, bezittende macht aan moet vallen om het op te eisen. Bij de mensen die te veel hebben, kun je door te demonstreren, lobbyen en staken opeisen waar je recht op hebt. Een asielzoeker heeft niets, zelfs geen verweer.

Bij het protest tegen deze transgender wet gaat het, op een paar kleinzielige uitzonderingen na, niet écht om de rechten voor transgenders. Het gaat hen om de onveiligheid die veel vrouwen nog steeds ervaren. Een volstrekt terechte zorg, waar we allemaal wat aan moeten doen. Maar dan moet je je niet voor een populistisch karretje laten spannen dat enkel ten doel heeft om de bestaande machtsstructuren te handhaven. We moeten doen wat Tim Hoffman in zijn nieuwe programma propageert: Pak de macht.

Wat dan wél?

Die onveiligheid voor vrouwen kun je wél effectief bestrijden door betere seksuele vorming aan te bieden op scholen. Door alcohol ge- en vooral misbruik terug te dringen. Door seksueel delinquenten beter te behandelen en vooral door de maatschappelijk norm te bestrijden dat al dat zogenaamd mannelijke gedrag oké is.

In plaats van de makkelijk te winnen strijd aan te gaan met groepen die nóg minder weerbaar zijn dan jij, zou je het op moeten nemen tegen de machtige systemen boven ons. Precies de systemen die mannetjes als Bart Jan Spruyt écht willen verdedigen.

Deze column is geschreven voor Marketing Report.

Foto uit ND.

Sympathie voor Gideon

Charisma kun je niet leren. Ik zag in een video op Twitter een wat onhandig bewegende en ongemakkelijk formulerende jongeman ergens op een balkonnetje in Amsterdam.

FvD zelf zou later juichen over een opkomst van duizenden, maar in de video zelf zag je dat het er maximaal een paar honderd waren. Het woord menigte was niet eens van toepassing. De jongeman in kwestie was Gideon van Meijeren. Gideon zit in de Tweede Kamer namens Forum voor Democratie. Zijn grootste talent is dat hij netjes doet wat Thierry aan hem vraagt, zonder dat hij ooit een bedreiging voor Thierry zal vormen. Gideon is een trouw type. Geen grootse spreker, geen grote denker maar met de gave om als een labrador uit te voeren wat het baasje opdraagt.

Ik kreeg een beetje medelijden met Gideon. Hij roept bij mij allerlei herinneringen op aan de middelbare school. Aan de jongens die er zo graag bij wilden horen, maar er telkens net buiten vielen. Jongens die vervolgens de minst weerbare kinderen gingen pesten, uit angst zelfs gepest te worden. Als schaduwen kopieerden ze het gedrag van de van nature populaire klasgenoten. Dezelfde kleren, dezelfde agenda’s, dezelfde bewegingen en dezelfde grapjes.

Maar als zij dan zo’n grapje maakte, lachte er niemand. Als zij een arm om de schouder van een meisje legden klonk er IIIeeeuuwwww! en rende dat meisje gruwelend weg. Dan probeerde die jongen zichzelf een houding te geven. Schaapachtig lachend om zich heen kijkend. Snel weer de aandacht verleggen door een bleek jongetje met rood haar de bril van de neus te trekken. Geen pesten uit haat, maar uit overlevingsdrang.

Je zag het Gideon in dat filmpje proberen een bevlogen toespraak houden. Hij gebruikte de woorden van Thierry, herhaalde de leugens van Thierry en probeerde te praten en te bewegen als Thierry. Maar het zit er gewoon niet in.

Vogeltjesdans

Ooit heb ik op een workshop in Mozambique een danswedstrijdje gedaan met een Mozambikaanse jongen. Eerst deed hij een dans voor die ik na moest doen. Dat ging niet. Daarna mocht ik een Nederlandse dans voordoen en ik dacht: “Ik zal hem hebben”. Ik koos voor de vogeltjesdans. Daar valt niets van te maken leek mij. Maar dat had ik volkomen mis. Wat wij in Nederland altijd hebben laten zien op het gebied van vogeltjesdans, het showballet van Penny de Jager incluis, stelt totaal niets voor bij wat deze jongen op basis van puur talent neerzette. Ik wil maar zeggen: ik weet hoe je je moet voelen, Gideon.

Het handjevol toeschouwers voelde het trouwens ook. De plaatsvervangende schaamte. Als hij het had over onze hardwerkende boeren, gelukszoekers of CO2-waanzin dan werd er gejuicht. Maar niet overtuigend gejuicht. Meer zoals je vader juicht wanneer je als keeper het tiende schot op doel ineens wél tegenhoudt en je je ploeg maar mooi op 9-0 verlies weet te houden. Gideon zoog het desondanks dankbaar op. Ook applaus uit medelijden is immers applaus.

Laat ik eerlijk zijn, Gideon steekt zijn energie in het verspreiden van verschrikkelijke leugens en desinformatie om een verwerpelijke agenda te promoten. Maar als je hem ziet in dat filmpje dan weet je, hier staat iemand die gewoon doet om maar gezien te worden. Om óók wat liefde te ontvangen. Iemand die ook wel eens wil weten hoe het voelt om een leider te zijn. Dus misschien is de oplossing wel gewoon dat we allemaal zeggen: Je bent oké Gideon. Je mag gewoon lekker zijn wie je bent. Je bent net zoveel waard als ieder ander, echt. Gideon is geen pester uit haat, maar uit overlevingsdrang.

Column geschreven voor Marketingreport.nl

Foto door Cottonbro Studio, rechtenvrij gedownload van Pexels.com