Deepfake porno. Taakje voor het onderwijs.

Natuurlijk, leerkrachten hebben het al hartstikke druk. En natuurlijk, bij iedere maatschappelijk issue wordt er meteen geroepen dat het in het onderwijs moet. En ja, er is al heel veel gedoe over seksuele vorming op school. Moet dit er dan echt bij? Ja, dat moet.

Met ‘dit’ bedoel ik ‘deepfake porno’. En het enige dat daar geen plekje van in het onderwijsprogramma moet krijgen, is hoe je het moet maken. Want dat is nu juist het probleem; dat weten heel veel jongeren al lang. En het worden er steeds meer.

Een paar weken geleden stonden alle nieuwsrubrieken vol met de laatste details over bangalijsten. Utrechtse studenten hadden een PowerPoint (wat op zich wel schattig is) gemaakt waarin vrouwelijke medestudenten werden besproken. Dat was heel heftig, terecht dat daar hard op werd ingegrepen. Maar stel je nou eens voor dat het niet gaat om jonge studentes, maar om middelbare scholieren. En stel je voor dat het geen PowerPoint is, maar een niet van echt te onderscheiden nep-video.

Overbodig als middel, gewild als doel

Het is niet zo dat er helemaal geen aandacht is voor mogelijke gevaren rondom deepfake beelden en video’s. Over het algemeen gaat het dan om vergezichten van hoe kwaadwillenden, in opdracht van buitenlandse staten, met dit soort materialen nep-nieuws kunnen produceren en verspreiden. Tegelijkertijd valt dan op, dat dit eigenlijk nog maar heel weinig gebeurt. Belangrijkste reden is dat het helemaal niet nodig is om deepfake materialen te produceren om op grote schaal desinformatie te verspreiden en aanhang te vinden voor vergezochte samenzweringstheorieën. Aan het einde van zo’n artikel of item ga je, wellicht lichtelijk gedesillusioneerd over je medemens, toch rustig je bed in.

Maar met porno ligt het anders. Waar het in het geval van misinformatie een -overbodig- middel is om deepfake beeldmateriaal te produceren, bij porno is dat het doel. En dat doel wordt steeds eenvoudiger bereikt. Met steeds minder goed van echt te onderscheiden eindresultaat. In 2022 maakte presentatrice Welmoed Sijtsma een documentaire over een deepfake porno film die van haar was gemaakt. Die documentaire kreeg veel aandacht, maar daarna werd het eigenlijk best stil. Terwijl de technologische ontwikkeling enorme vooruitgang boekte. Zonder dat er al te veel ruchtbaarheid aan werd gegeven is er inmiddels een enorme hoeveelheid aan deepfake porno te vinden. Op speciaal daarvoor gebouwde websites en in Telegram groepen. Maar ook door simpelweg een Google zoekopdracht te doen, of via social media als Reddit en Tumblr.

De strijd tegen deepfake porno is allang verloren

In veel gevallen gaat het dan al niet meer om bewerkelijke processen zoals in ‘die goede oude nepporno tijd’, toen de maker nog nachtenlang in een donker kamertje moest zitten zweten bij de video-editting software. Als je geen genoegen wilt nemen met de apps die je in je appstore kunt downloaden, is een simpele zoekopdracht voldoende om tientallen, zo niet honderden, AI tools te vinden waarmee je eenvoudig zelf je deepfake pornomateriaal kunt maken. Tools die bijvoorbeeld net ChatGPT en Microsoft’s CoPilot gebruik maken van de modellen van Open.ai, kwaliteit gegarandeerd voor een habbekrats. En als je toch iets specifieks wil en een beetje handiger bent, kun je ook op zoek naar open source code op GitHub.

In 2018 verzuchtte de Amerikaanse actrice Scarlett Johanson al dat de strijd tegen deepfake porno een verloren zaak was. En dat was dus nog vóór de AI revolutie. De slachtoffers waren celebrities van wie veel stilstaand en bewegend beeld te vinden was. Inmiddels kan het slachtoffer ieder willekeurig persoon zijn, het kost namelijk nauwelijks tijd of moeite om het te produceren. En al net zo weinig moeite om je knutselwerk anoniem met de wereld te delen.

De juridische weg lijkt heilloos

Het is dus een groot, groeiend probleem. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat je nu denkt dat er veel betere manier zijn om dit probleem aan te pakken dan via het onderwijs. Dit kan toch niet legaal zijn allemaal? Waarom sturen we de politie er niet op af?

Net zoals met alle AI ontwikkelingen, is ook deepfake porno er in zo’n tempo gekomen dat het voorlopig helemaal nog niet zo makkelijk is om er via juridische weg iets aan te doen. In het geval van Welmoed Sijtsma is de dader weliswaar opgepakt en veroordeeld, maar dat was helaas wel de uitzondering. De overheid stelde na onderzoek in 2022 dat niet zozeer wetgeving, maar vooral handhaving een probleem gaat zijn. En ook dat onderzoek vond plaats vóór de AI revolutie. Niet alleen zorgde deze revolutie er voor dat er veel méér materiaal wordt ontwikkelt, het zorgt er ook voor dat het mogelijk is dat middels AI volkomen random personages worden ontwikkeld voor een deepfake porno video. En bewijs dan maar eens dat jouw beeltenis in zo’n video is geplaatst en niet een fictief personage dat toevallig op je lijkt.

Guardrails leggen het af tegen creativiteit

Behalve de makers van de porno, zou je ook kunnen proberen om de makers van de technologie aan te pakken. Maar dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Tech multinationals hebben diepe zakken voor een juridische strijd en bevinden zich ook nog eens op verschillende continenten waardoor het nog eens moeilijker wordt om ze aan te pakken. En daarnaast kunnen ze zich natuurlijk verschuilen achter het standpunt dat zij enkel de technologie ontwikkelen en geen verantwoordelijkheid kunnen dragen voor wat gebruikers er vervolgens mee doen.

Het lijkt een heilzamer route om techbedrijven te vragen om vrijwillig veiligheidsmaatregelen in hun systemen in te bouwen (guardrails). Echter, áls ze al bereid zijn om dat te doen -wat erg twijfelachtig is, het blijft toch een mannenwereldje- is het vrijwel onmogelijk om deze guardrails voldoende effectief te maken. Dit soort beperkingen werken slechts zo lang niemand creatief genoeg is geweest om te ontdekken hoe die beperking te omzeilen.

Een misdrijf zonder slachtoffers

Mocht het dus al ooit lukken om te kunnen voorkomen dat er deepfake porno wordt gemaakt, dan zal dat zeker nog vele jaren duren. En in de tussentijd moeten we doen wat we kunnen om zoveel mogelijk slachtoffers te voorkomen. Het onderwijs is in die strijd een belangrijke route. Via die weg kunnen we jongeren, voordat zij dader worden, leren dat het voor hen wellicht onschuldig lijkt maar dat dat het voor de slachtoffers zeker niet is. Het kan voelen als een misdrijf zonder slachtoffer, het is immers geen echte video, maar de gevolgen voor de slachtoffers zijn vaak even ernstig.

Tegelijkertijd zullen we realistisch genoeg moeten zijn dat het produceren van deepfake porno waarschijnlijk nooit helemaal zal verdwijnen. De vraag zal blijven bestaan en er zullen mogelijkheden blijven bestaan om aan die vraag te voldoen. En dan is het dus ook belangrijk dat we met elkaar leren hoe we er het beste mee om kunnen gaan als er zich zo’n incident voordoet. Hoe reageren we op een dader, maar vooral: hoe zorgen we er samen voor dat de schade voor het slachtoffer minimaal mogelijk blijft. Door steunend en begripvol op te treden bijvoorbeeld.

Deepfakes bedreigen mensenrechten

Één van de meest contraproductieve manier om iets tegen deepfake porno te doen is het promoten van verregaande onderdrukking van vrouwen. In ultraconservatieve kringen worden vrouwen soms al ontmoedigd om überhaupt online vindbaar te zijn. Dat zou de enige manier zijn om te voorkomen dat je ooit in een deepfake porno terecht komt. Maar in een tijd waarin je er niet omheen kunt om wanneer je gehoord wenst te worden, dat óók online of minimaal via massamedia te doen; betekent dat per saldo dat deze vrouwen monddood worden gemaakt. En dan is het middel erger dan de kwaal.

En zo zijn door AI gegenereerde deepfakes dus tóch een bedreiging van de democratie en van universele mensenrechten. Niet rechtstreeks maar, niet voor het eerst, via een omweg. Langs het taboe rond seksualiteit.

Afbeelding gegenereerd met Adobe Firefly

Van stikstof tot AI; nou is het klaar met dat neo-liberalisme

Besluit je eindelijk eens een blog te schrijven over het afbraak-beleid van ‘de club van Mark’, treedt hij ineens af. En dan niet eens over de ellende die hij mede heeft gecreëerd met zijn immorele, verantwoordelijksheidsloze beleid. Voor de komende verkiezingen is het goed om te onthouden dat ná bijvoorbeeld de Groningen gas crisis, toeslagencrisis, stikstofcrisis, woningcrises, leenstelselcrisis en weetikwatallemaal voor een ellende er allemaal onder zijn verantwoordelijkheid is veroorzaakt, hij het kabinet liet vallen omdat hij niet wil dat kinderen uit oorlogsgebied worden herenigd met hun ouders. En dat dat er slechts een paar honderd per jaar zijn. Nou ja, dan toch maar die blog;

Het neo-liberalisme bestaat wél

“Ieder verhaal heeft een goed einde, je moet alleen weten wanneer je ophoudt met schrijven.” Volgens mij is dat een citaat van Annie MG. Het is ook een citaat dat bijna van toepassing was op het verhaal van Mark Rutte. Als je een neo-liberaal bent althans. Lange tijd ging het hartstikke lekker met Mark en dit ‘gave land’, maar zelfs voor de meest verstokte VVD-er moet toch duidelijk zijn dat hij uiteindelijk wat te lang is blijven zitten. Onder zijn leiding is het neo-liberale gedachtegoed van de VVD zelfs zo onaantrekkelijk geworden dat het wetenschappelijke bureau van de partij, de TeldersStiching, bij monde van directeur Patrick van Schie zelfs ontkent dat het bestaat.

Maar deze Trumpiaanse vlag van ontkenning gaat niet op. Dat je ideologie gefaald heeft maakt niet dat deze niet bestaat. Op zich is de gedachte erachter ook nog niet zo gek; Een overheid die zich teveel met de economie bemoeit, trekt teveel macht naar zich toe. En dat gaat uiteindelijk ten koste van individuele vrijheid, denk aan China. Het neo-liberalisme gaat er vanuit dat enkel vrije marktwerking leidt tot voldoende concurrentie wat deze samenballing van macht tegen gaat. Minder overheid dus en méér vrije markt. En hier doet de VVD dan nog een waterig sausje van ‘orde en veiligheid’ overheen

Het idee van ‘minder overheid en meer vrije markt’ doet het wel lekker in een land als het onze. De Nederlander, voor zover die bestaat, is wars van iedere vorm van bemoeienis en allergisch voor zaken die worden opgelegd. Het appelleert ook mooi aan twee van de door ons breedst gedragen misverstanden: de maakbaarheid van je eigen succes en de inefficiëntie van de ambtenaar. Mark kwam aan de macht op het voor een leider met zijn ideologie ideaal moment.

Alles was zó goed geregeld en de gezamenlijk opgebouwde buffers waren zó groot, dat we een hele tijd onze egocentrische belangen konden najagen zonder in de gaten te hebben dat we het systeem aan het uithollen waren. En we hadden te maken met een grote groep kiezers die verwend waren door welvaart en het gebrek aan ontbering en inspanning.

De werkende mens delft het onderspit tegen de bezittende mens

Sinds een paar jaar hebben we in de gaten dat we ons uitstekende onderwijs, geweldige zorg, prachtige natuur, extreme veiligheid, briljante infrastructuur, voordelige en overvloedige woonruimte niet zomaar kunnen overlaten aan de vrije markt. Sterker nog, het maakt alles kapot.

Om met het stikstof vraagstuk te beginnen. Na de Tweede Wereldoorlog was het voornemen van de overheid: ‘nooit meer honger’. Boeren werden enorm gestimuleerd de productie van met name vlees en zuivel (luxe producten die een aantal jaren schaars waren) op te voeren. Als gevolg van deze overheidsstrategie is onze agrarische sector de beste ter wereld geworden. De vrije markt ideologie ondertussen, zorgde ervoor dat slechts een paar toeleveranciers en een paar afnemers inmiddels bepalen wat kost- en inkoopprijs zijn van een agrarisch product. Nu zijn er grenzen aan wat een boer uit zijn land kan halen qua duurzame productie maar uit het minieme verschil tussen kostprijs en verkoopprijs van hun product kunnen zij geen bestaan halen. Begrijpelijkerwijs gaat de boer méér onttrekken uit de natuur dan verantwoord is. Tot de wereld, in dit geval via EU en landelijke politiek, zegt: ‘dit kan niet meer’. Je zou zeggen dat de woede van de boer zich vervolgens richt op toeleveranciers en afnemers, maar die blijven handig buiten beeld. De boer komt met trekkers en asbest in opstand tegen het volk, vertegenwoordigt door ‘de overheid’. En niet tegen het door het neo-liberalisme geschapen monster; het ongecontroleerde vrije marktmechanisme dat niet ten dienst staat van de samenleving, maar van een kleine elite gefortuneerden.

Deze elite is geen geheim genootschap dat controle heeft over de media en publieke instituties. Het is een almaar kleiner wordend groepje individuen dat het geluk heeft aan de juiste kant van een almaar opschuivende streep te zijn geboren met geld, vastgoed, aandelen en een netwerk van gelijkgestemden. De werkende mens delft het onderspit tegen de bezittende mens. En daar is geen geheim genootschap of samenzwering voor nodig.

Verneuk de massa, grijp de kassa

Denk je in Nederland aan het falen van neo-liberalisme dan denk je al snel aan de problemen die het heeft veroorzaakt in sectoren als onderwijs, veiligheid en zorg. Problemen die iedere dag dat de misvatting dat het vrije marktdenken een goed idee is voortduurt, groter worden. De scholier, het slachtoffer en de patiënt zijn geen kiezende consument, maar burgers in een afhankelijkspositie. Wat zij nodig hebben van een overheid is bescherming en niet aan hun lot worden overgelaten.

Waar je minder snel aan denkt is hoe publieke investeringen in innovatie worden afgestoten uit een onzinnige angst de markt anders te verstoren. Dit gaat uiteindelijk ten koste van de samenleving. Met belastinggeld financieren we universiteiten en subsidiëren we onderzoek. En de producten die we zo als samenleving financieren worden door de neo-liberaal geschonken aan de vrije markt waar het dan kan concurreren en groeien. Of zoals bijvoorbeeld in de farmaceutische industrie vrij gebruikelijk is; de met publiek geld ontwikkelde medicijnen worden gepatenteerd zodat concurrentie onmogelijk wordt gemaakt waarna deze medicijnen met woekerwinsten aan de samenleving worden teruggeleverd.

De theorie is dat wanneer je publieke innovaties schenkt aan private partijen, de vrije markt dit vervolgens weer in veelvoud terug levert aan de samenleving middels banen en belastingen. Het probleem is dat die eerste stap wel plaatsvindt, maar die tweede stap nooit. De vrije markt blijkt banen enkel als kostenpost te zien en niet als taak. Een bedrijf is er over het algemeen enkel voor de eigenaar, werknemers zijn er enkel tot zij vervangen kunnen worden. En belastingen kunnen worden ontdoken, want als iets niet expliciet wordt verboden, dan moet je dat doen hoe marginaal het voordeel dat je voor jezelf kan pakken ook is. Iedereen doet dat toch? In de vrije markt is geen plaats voor sentimentalisme; verneuk de massa en grijp de kassa is het adagium.

De samenleving bestaat vooral uit medewerkers en als medewerkers een kostenpost zijn, is het legitiem om ze eruit te willen werken. Zo blijft er voortdurend meer over voor de individuele eigenaar en minder voor het collectief. Zoals gebruikelijk waren de minst weerbaren het eerst aan de beurt. Technologie verdrong de fabrieksarbeider, de ambachtsmens, de havenwerker. Dat was grotendeels vooruitgang; ongezond en zwaar werk werd voortaan gedaan door machines en robots. Maar de opbrengsten waren niet voor de arbeider. Eerlijke, vaste en respectabele banen werden ingeruild -als deze al werd ingeruild- voor lagere salarissen en flexcontracten terwijl de aandeelhouder rijk werd en dat geld verstopte in belastingparadijzen.

Geen grotere punt, een grotere taart

Van dat klassieke verhaal snel naar wat er nu aan de hand is. Met AGI – Artificial General Intelligence-  is een meer weerbare groep medewerkers aan de beurt. Computeralgoritmen, ook grotendeels ontwikkeld met publiek geld, gaan banen overnemen van journalisten, website bouwers, vormgevers en nog vele meer hoger opgeleide werknemers en schijnwerknemers (freelancers hebben vaak ook totaal geen onderhandelingspositie). Het is zeker dat een kleine groep mensen extreem veel rijker zal worden aan AGI. Als we blijven vasthouden aan de gefaalde ideologie van het neo-liberalisme worden we er als samenleving alleen maar slechter van.

Er zijn nogal wat mensen met een te grote mond en te klein verstand die luidkeels roepen dat onze welvaart afhankelijk is van een kleine groep ondernemers. Waartoe zij zichzelf overigens ook meestal rekenen. Deze ondernemers moeten de vrijheid krijgen om te ondernemen en dan zullen zij welvaart brengen. We zagen hiervoor al dat wanneer je de theorie goed doordenkt deze stellig niet kán kloppen en dat dat zich in praktijk zo ook heeft bewezen. De neo-liberale ondernemer wil alleen een steeds groter stuk van de taart. Dat brengt ons niets. Wat wij nodig hebben is een grotere taart.

Technologie als AGI heeft het potentieel om ons als mens te vernietigen. Eng dus. Maar het heeft óók het potentieel om ons te redden. Oorlog, klimaat, ziektelast, armoede. Kortom alle problemen die het neo-liberalisme wellicht niet heeft gecreëerd, maar wel heeft vergroot. Hier is dan wel een ander systeem voor nodig. Doe je wat je deed, dan krijg je wat je kreeg. We moeten toe naar een wereld waarbij het wél loont om onderwijzer, verpleger of agent te worden, maar niet meer loont om een pakket aandelen te erven en vervolgens niets te doen. We moeten naar een systeem waarbij opbrengsten waar niemand (meer) voor werkt, ten goede komen aan het collectief en niet aan een individu. We kunnen met de opbrengsten van ChatGPT en alle varianten daarvan een universeel basisinkomen financieren. We moeten naar een systeem waarbij individuele vrijheid wordt vervangen door collectieve vrijheid: iedereen krijgt -vrijwel- dezelfde kansen.

Beter een kind opofferen dan verantwoordelijkheid nemen

En dan tenslotte de door de politiek bedachte migratie-crisis. Neo-liberaal beleid heeft er voor gezorgd dat betaalbare woningen zijn opgekocht als winst-objecten. Het heeft er ook gezorgd voor een systeem dat zoveel stikstof produceert dat we niet eens meer nieuwe woningen kunnen bijbouwen. En alhoewel het geen officieel onderdeel is van een vrije markt zie je het er wel altijd terug; iedere vorm van verantwoordelijkheid voor falen wordt afgeschoven op de minst weerbare groep.

Want dat is uiteindelijk de bittere slotconclusie, ondanks alle ellende die neo-liberaal beleid heeft veroorzaakt van Groningen-gasboringcrisis tot toeslagen-schandaal tot stikstof crisis tot zorg-infarct tot energie-crisis tot onderwijs-crisis wilden de neo-liberalen blijven doorregeren. Ze lieten dit kabinet pas vallen toen het ging om het herenigen van kinderen in oorlogsgebied met een hierheen gevluchte ouder. Beter zo’n kind opofferen dan toegeven dat je ideologie heeft gefaald.

Dan is je ideologie failliet.

ChatGPT begrijpt er helemaal niets van

Oké, inmiddels is dus wel duidelijk ChatGPT je schoolverslagen kan schrijven, je website teksten en je complete bedrijfsstrategie. Gaaf hoor. In plaats van kennis over een onderwerp te krijgen, hoef je nu ‘alleen’ nog maar te leren hoe je een goede opdracht voor een AI taalmodel schrijft*. Maar wat zegt dat eigenlijk over ons, dat we ons zo makkelijk om de tuin laten leiden? En dat we liever vertrouwen op taalkundige kansberekening dan op echt nadenken?

ChatGPT is niets meer dan kansberekening

ChatGPT heeft geen idee van wat je schrijft, nog van wat er als reactie op wordt teruggegeven. Wat het GPT-3 taalmodel achter ChatGPT doet is in feite niets meer dan statistiek; op basis van een immens complexe formule waar een onvoorstelbare hoeveelheid tekst doorheen is gegaan voorspelt ChatGPT welk volgend woord het meest waarschijnlijk is. En om de geproduceerde teksten mooier te maken, wordt een klein scheutje toeval aan toegevoegd; het taalmodel gebruikt niet altijd het meest waarschijnlijke woord. Af en toe kiest het model willekeurig een woord dat net iets minder waarschijnlijk is. Zodat een tekst voor bijvoorbeeld 80% uit de statistisch meest aannemelijke keuzes bestaat. Dit noemen we dan een ‘temperatuur’ van 0,8. In een schitterende blog van Stephen Wolfram kun je lezen dat op basis van ervaring, zonder theoretische onderbouwing, is gebleken dat een temperatuur van 0,8 ongeveer ideaal is. De teksten kloppen en zijn net onvoorspelbaar genoeg in variatie om menselijk te lijken.

ChatGPT is geen bedreiging voor het onderwijs

ChatGPT geeft dus allerlei antwoorden en adviezen, zonder ook maar enig benul te hebben van wat er gevraagd wordt. Zonder enig begrip van de materie waar je over vaagt en zonder ook maar enig begrip van wat het nu eigenlijk zegt. Dit zal niet iedereen verbazen. We kennen uiteindelijk bijna allemaal wel een mens die zonder enig verstand van zaken allerlei indrukwekkend ogende woorden op papier neerkwakt en dat dan een advies of beleidsstuk noemt.
Docenten die zich zorgen maken over verslagen die nu door ChatGPT worden geschreven en niet door leerlingen zouden zich eens achter de oren moeten krabben over de methode waar ze al die jaren op hebben vertrouwd. Want het is een feit dat ChatGPT het eigen verslag niet begrijpt. En het is dus ook een feit dat je een goed cijfer kunt krijgen voor een verslag over een onderwerp waar je niet van begrijpt. Dus wat hebben al die docenten al die jaren dan eigenlijk gemeten? Legt ChatGPT niet eerder een tekortkoming in het onderwijs bloot, dan dat het er een bedreiging voor vormt? De huidige meetmethodiek meet blijkbaar alleen of je de juiste (op te zoeken) woorden in een grotendeels logische volgorde weet te plaatsen. Het meet niet of je ook echt de kennis hebt waarvoor je een cijfer krijgt.

Toeval en schijn-creativiteit

Nou ja. Wellicht meer verrassend dan dat je ergens kloppende teksten over kunt maken zonder begrip van het onderwerp, is dat teksten ‘beter’ worden (of: ‘natuurlijker overkomen’) wanneer er randomness wordt toegepast. Creativiteit door toevoeging van een vleugje (idealiter 20%) toeval. De output van ChatGPT is niet volledig voorspelbaar doordat er toeval is voorgeprogrammeerd. Schijn-creativiteit dus. En juist die onvoorspelbaarheid maakt de output menselijker. Mensen geven dus de voorkeur aan een statistisch sub-optimaal resultaat boven de ideale uitkomst.

ChatGPT is voor intelligentie wat social media zijn voor contact

Elk antwoord dat ChatGPT geeft is een mix van statistische voorspelbaarheid en voorgeprogrammeerd toeval. Je krijgt antwoorden zonder begrip. Dergelijke Large Language Models zijn voor intelligentie, wat social media zijn voor menselijk contact; een verslavend, potentieel schadelijk surrogaat. Wanneer je van ChatGPT een voorgebakken antwoord krijgt dat ook op echte wijsheid lijkt, waarom zou je dan eigenlijk nog de moeite doen om zelf na te denken?
En omdat alles wat ChatGPT lijkt te weten is gebaseerd op alles wat er al was en het daar zelf niets aan toe kan voegen, anders dan toeval, zal er van ChatGPT nooit vooruitgang komen. ChatGPT snapt niet welk idee nieuw is, welk idee een verbetering is, of wat een wenselijke ontwikkeling is. ChatGPT snapt niks, helemaal niks.
Zo moeten we het dan ook benaderen, als een extreem geavanceerd stuk gereedschap. Net als destijds het internet, gaan AI taalmodellen de wereld veranderen op manieren die we nu nog niet eens kunnen bedenken. Maar we zullen zelf moeten blijven denken, creëren, innoveren en verbeteren.

Dus als je schrijfwerk over wil laten aan ChatGPT, dan kan dat alleen als het niet echt belangrijk is dat de schrijver de materie begrijpt. En als creativiteit voor jouw schrijfwerk, of het nu een webtekst, beleidsstuk of strategische visie is, niet nodig is.
Maar als aan die beide randvoorwaarden is voldaan, dan is jouw schrijfwerk eerlijk gezegd al bij voorbaat zinloos en overbodig.

*Prompts

Er word nogal makkelijk overheen gestapt hoe je er voor kan zorgen dat ChatGPT ook datgene produceert wat je wil hebben. Een goede prompt (opdracht) schrijven blijkt nog niet eenvoudig. En we moeten niet overschatten hoeveel mensen daar uiteindelijk toe in staat blijken. Geen overbodige luxe om hier middels onderwijs in te investeren.
De hoogte van je IQ alleen is niet allesbepalend. Ik heb de afgelopen jaren wel zo vaak meegemaakt dat allerlei op hoog niveau functionerende academici niet in staat bleken om een goede zoekopdracht te formuleren voor Google dat ik daar geen vertrouwen meer in heb.

Ondanks wat al die ultrakorte ‘how to’s’beloven, heb je in sommige gevallen bijna een AI bot nodig om je te helpen een goede prompt te schrijven om een andere AI bot te laten doen wat je eigenlijk wil.

Afbeelding gegenereerd door open.ai/images op basis van de tekst van deze blog